Het is weer ouderwets druk op de universiteit
De parkeerplaats staat vol, de fietsenstalling ook. De universiteiten zijn weer open. Deze maandag beginnen ze hun academisch jaar officieel, maar vorige week leefden de verlaten campusterreinen al op.
Wageningen University & Research heeft een rookvrije campus, zegt een groot bord bij de ingang. De campus was de afgelopen anderhalf jaar vaak ook mensenvrij, als gevolg van de coronacrisis. „Het was hier heel stil”, zegt Julia, die hand in hand met medestudent Jeroen komt aangestapt. Met een blik opzij: „Dus dan ging ik maar naar hem.” Julia woont in een studio op campus, Jeroen in een groot studentenhuis in het stadscentrum. Daar was het minder eenzaam.
Sinds vorige week is het weer ouderwets druk op het universiteitsterrein aan de noordrand van Wageningen. „Fietsfiles, en overal weer mensen.”
Goed, zodra ze een van de gebouwen binnenstappen, moet er een mondkapje voor hun gezicht. En groepen mogen niet groter zijn dan 75 mensen, dus soms zit nog meer dan de helft online mee te kijken. Hier en daar is er eenrichtingsverkeer ingesteld. Maar toch. „We kunnen weer naar de uni”, zeggen de studenten. En 1,5 meter afstand houden hoeft ook niet meer.
Vermoeidheid
Niet dat alles de achterliggende anderhalf jaar beroerd was. „We hebben nieuwe vaardigheden geleerd. We weten nu ook dat er veel online kan”, zegt Peter van der Sleen, docent-onderzoeker bosecologie. „Ik heb allerlei programma’s leren kennen die ik zal blijven gebruiken.” Voor de studenten was de situatie niet goed, zegt Van der Sleen. „Sommigen vereenzaamden. De omstandigheden motiveerden niet. De eerstejaars leerden geen andere studenten kennen.”
De eerste lockdown was zwaar. De tweede zwaarder. „Iedereen was er wel een beetje klaar mee. Er ontstond grote vermoeidheid.” Maar de maatregelen duurden nog een halfjaar voort. Eigenlijk „wonderbaarlijk” dat de resultaten van veel studenten er niet onder geleden hebben. „Nu is iedereen blij dat hij weer naar campus kan.”
Generatiekloof
Vooral ook die eerstejaars, denken Jeroen en Julia. „Die hadden hier nog geen leven opgebouwd, nog geen contacten gelegd. Ze misten veel ervaringen die wij wel hadden. Het was bijna een generatiekloof.”
Het had ook wel voordelen, dat thuiswerken. „Wel rustig. Het scheelde studenten die verder weg wonen, veel reistijd. En bij een college dat vooraf was opgenomen, kon je sommige gedeelten wat sneller doorspoelen. Maar we konden geen vragen stellen.”
Ook Claudia Rot, junior docent en promovenda ruimtelijke planning, is niet onverdeeld negatief, ook al werkte ze nog maar een paar maanden op de WUR toen de universiteitsbevolking abrupt naar thuis verbannen werd. „Het bracht kansen om andere mogelijkheden uit te proberen. Met sommige onderdelen van het onlineonderwijs gaan we echt wel door.
Soms was het efficiënt: als je een collegezaal vol studenten in groepjes wilt splitsen, duurt het twintig minuten voordat iedereen op z’n plek zit. Online is dat zo gebeurd. Maar het contact met de studenten miste je wel.”
Een onderzoeker die voorbij beent, miste vooral de collega’s. „Ik woon alleen; dan is het niet leuk hele dagen thuis te zitten. Ik ben blij dat ik hier weer naartoe kan.” „Je moet je collega’s kennen. Dat lukte de eerste maanden niet”, zegt een promovenda die in juni vanuit Brazilië naar Wageningen kwam.
„Ik ben iemand die collega’s nodig heeft”, zegt ook Mart Ros, onderzoeker nutriëntbeheer. „We kunnen nu weer wat vaker naar campus, al zitten er nog veel thuis te werken. Online lesgeven ging goed, maar het is fijn dat we de collegezaal weer in kunnen. Daar kun je je studenten aankijken. Interactie via Teams of andere software is toch lastiger. Het onderwijs wordt zo een stuk persoonlijker.”
Keukentafel
Voor Nafsika Makri Makridou, vierdejaarsstudente landschapsarchitectuur, was het ook allemaal zo eenvoudig niet. „Ik doe een heel praktische opleiding. Dan heb je feedback nodig. Het was redelijk lastig dat we niet naar de uni mochten.”
Vereenzamen deed ze niet. „We wonen met twaalf studenten in een huis, dus er was altijd aanspraak. Soms gingen we met een groepje in de huiskamer zitten om online college te volgen. Of we zaten met zes man aan de keukentafel, ieder met een koptelefoon op, allemaal ons eigen vak te volgen. Altijd nog beter dan constant alleen op je kamer.”