Turkse inflatie loopt op richting de 20 procent
De inflatie in Turkije is voor de derde maand op rij gestegen. Daarbij beweegt de geldontwaarding richting de 20 procent. De laatste keer dat het inflatiecijfer boven de 20 procent lag, was begin 2019. In augustus stegen de consumentenprijzen met 19,25 procent op jaarbasis, aldus het Turkse statistiekbureau. In juli bedroeg de inflatie 18,95 procent en in juni 17,53 procent.
De stijging in augustus kwam als een verrassing. Economen gingen er in doorsnee vanuit dat de inflatie licht zou zijn afgezwakt. In vergelijking met de voorgaande maand stegen de consumentenprijzen in augustus met 1,1 procent.
De stijging werd aangedreven door de voedselprijzen. Die stegen gemiddeld 29 procent vergeleken met een jaar geleden. Sinds juni is de stijging van de voedselprijzen merkbaar toegenomen. De producentenprijzen van ondernemingen zijn in augustus met maar liefst 45,5 procent gestegen. De stijgende productiekosten van ondernemingen zullen naar verwachting met enige vertraging doorsijpelen in het algemene inflatiecijfer.
De lage waardering van de Turkse lira maakt de invoer duurder. Tegelijkertijd stijgen de grondstoffenprijzen wereldwijd. De verwachting is daarom dat de inflatiedruk in Turkije hoog zal blijven.
Door de oplopende inflatie zagen beleidsmakers in Turkije eerder weinig ruimte voor een verlaging van de leenkosten, waar president Recep Tayyip Erdogan wel continu op aandringt. Met de beslissing om niet aan de rente te morrelen ligt bankgouverneur Şahap Kavcioğlu op ramkoers met Erdogan. Volgens de president zorgen de hoge rentetarieven er juist voor dat de inflatie oploopt.
De opvatting van Erdogan wordt door kenners als uiterst onorthodox bestempeld. Gangbaar beleid onder economen en centrale bankiers is juist om de rente te verhogen om de inflatie onder controle te krijgen. Kavcioğlu werd eerder dit jaar aangesteld als bankgouverneur. Dat gebeurde na het ontslag van Naci Ağbal, die op zijn beurt de rente meermaals verhoogde om de inflatie onder controle te krijgen. Ook een aantal andere bestuurders van de centrale bank werden op last van de president eerder al vervangen.