Binnenland

Jacobine Geel: De samenleving laat mij niet onverschillig

Bestuurder en theologe Jacobine Geel is vanaf 1 september de nieuwe voorzitter van het College voor de Rechten van de Mens. „Het is hoog tijd voor reflectie op hoe er tijdens de coronacrisis met grondrechten is omgegaan.”

Rimme Mastenbroek, ND
31 August 2021 21:07
Jacobine Geel is benoemd als voorzitter van het College voor de Rechten van de Mens. beeld Pim Geerts
Jacobine Geel is benoemd als voorzitter van het College voor de Rechten van de Mens. beeld Pim Geerts

Jacobine Geel (58) houdt niet van stilzitten. De afgelopen acht jaar zette ze zich, als bestuursvoorzitter van GGZ Nederland, in voor de geestelijke gezondheidszorg in Nederland. Daarnaast is ze voorzitter van sociale investeerder Oikocredit, een theologe die zo nu en dan nog voorgaat en al bijna twintig jaar presentatrice bij de KRO-NCRV.

Na twee termijnen loopt haar werk voor de ggz nu ten einde, maar een nieuwe klus wacht direct op Geel: demissionair minister Sander Dekker van Rechtsbescherming heeft haar voorgedragen als nieuw boegbeeld van het College voor de Rechten van de Mens (zie ”Wat doet het college?”). Woensdag begint ze officieel aan haar nieuwe klus.

Wat is voor u de rode draad in deze werkzaamheden?

„Mijn eigen, elfde gebod is: ”Gij zult u bemoeien”. Dat klinkt misschien negatief, maar zo bedoel ik het natuurlijk niet. De samenleving laat mij niet onverschillig. Ik wil niet met mijn rug naar de wereld staan, maar mijn best doen om deze een klein beetje beter te maken. Die drijfveer gaat terug naar mijn vroegste jeugd. Mijn vader was predikant op Java, in Indonesië. We woonden niet in een chique wijk en ook als klein meisje kreeg ik mee dat andere mensen het veel minder hebben dan ik.”

Vorig jaar januari schreef Geel voor de Maand van de Bijbel een persoonlijk essay over de plaats van de Bijbel in haar leven. Ze schreef over de „vijf kamers” die ze in de Bijbel tegenkomt. In een van die kamers, schrijft ze, „misschien wel de centrale hal, staat het geweten centraal, de keus voor het leven, de compassie. Iedere keer kom ik er lezend in dat bijzondere boek achter dat het puntje bij paaltje misschien wel hier om draait: dat we ons als mensen bekommeren om elkaar.”

Is het college daarom een logische plek voor u?

„Veel mensen uit mijn omgeving vinden dit een logische volgende stap voor mij. Bij de ggz ging het mij ook om betrokkenheid bij mensen die niet altijd aan de kant van de streep staan waar het goed is. Die periode gaf mij opnieuw te denken over verschillen tussen mensen en waardoor deze ontstaan. Wat ik mooi vind aan het college is dat het blikveld breder is dan de zorg: het gaat over het fundament van alles, mensenrechten. Je kunt heel juridisch kijken naar mensenrechten, maar een aanvullend perspectief is het recht doen aan mensen.

Mensenrechten beschermen de waardigheid van ieder mens. Dan kom je bij compassie uit. Dat heb ik vanuit mijn eigen achtergrond meegekregen, gevoed door mijn studie theologie. Ik ben geen jurist en zal mij veel moeten inlezen, maar de combinatie van het juridische en de compassie is voor mij de uitdaging, het spannende.”

Hoeveel invloed heeft het college op het daadwerkelijk doorvoeren van veranderingen? De oordelen zijn niet bindend.

„Dat is misschien zo, maar je moet van goeden huize komen om de oordelen van het college naast je neer te leggen. De praktijk wijst uit dat verweerders, partijen waarover wordt geklaagd, de oordelen van het college vaak wel opvolgen. Deze opvolging van de oordelen wordt jaarlijks gemonitord en in 80 procent van de gevallen heeft het oordeel van het college gevolgen. In die zin heeft het college geen naakte macht, maar wel veel gezag.”

Door de coronacrisis is het gesprek over de mogelijke schending van grondrechten, bijvoorbeeld de gedwongen sluiting van kerken en al dan niet verplichte vaccinaties, erg actueel. Hoe ziet u dit?

„Rond grondrechten is er meer aan de hand dan we twee jaar geleden hadden kunnen bevroeden. De coronacrisis overviel iedereen en de overheid heeft veel moeten ingrijpen. Maar nu moet echt reflectie plaatsvinden. Er moet in kaart worden gebracht waar de knelpunten zitten en waarop de samenleving de volgende keer alerter moet zijn. Het is ongemakkelijk om te constateren dat rechten die jarenlang als vanzelfsprekend zijn beschouwd, in crisistijd minder vanzelfsprekend zijn. Dat geeft te denken. Ik vind het ingewikkeld om hier nu dieper op in te gaan, omdat ik officieel nog niet begonnen ben en mij eerst goed wil inlezen. Het college is een kamer van reflectie en wil echt de diepte in gaan. Dat gaan we, heel zorgvuldig, doen. Maar dat iets als een vaccinatieplicht heel spannend is en op gespannen voet staat met bepaalde mensenrechten, voelt iedereen. Ik vind het belangrijk dat het college actief gedachten over dit soort kwesties naar buiten brengt en niet altijd wacht tot ons iets gevraagd wordt.”

Welke ervaring neemt u mee vanuit de ggz?

„Sinds twee jaar werkt de ggz met de wet verplichte zorg. Of je mensen mag dwingen om zorg te krijgen is voer voor discussie. Wanneer mag dat wel en wanneer niet? Daarbij is het waardevol om ook vanuit het ”mensenrechtenperspectief” te kijken. In Nederland zijn we gewend om sociale kwesties vooral door de bril van ”veiligheid” te bekijken.

Dat was in de middeleeuwen al zo, toen mensen in dolhuizen werden gestopt. Is de geestelijke gezondheidszorg een bewaarplaats voor mensen die de samenleving mogelijk ongemak bezorgen of draait het allereerst om het individuele recht op goede zorg? Dat is een totaal andere invalshoek. Nederland is goed in ”veiligheid”, maar misschien is er meer dan dat.”

Het afgelopen jaar ontving het college een recordaantal verzoeken voor uitspraken. Staat het er zo slecht voor in Nederland op het gebied van mensenrechten, of worden mensen zich meer bewust van hun rechten en trekken ze sneller aan de bel?

„Een combinatie van die twee. De vraag vanuit de samenleving is in ieder geval heel duidelijk: doe iets aan racisme. Racisme komt op verschillende terreinen van onze samenleving voor, in het onderwijs en de arbeidsmarkt maar ook op de woningmarkt en online. De toeslagenaffaire leidde bijvoorbeeld tot discussie over discriminatie en vooringenomenheid door de overheid zelf. Daarnaast is er de afgelopen twee jaar dus wel meer gebeurd waardoor het denken over grondrechten is aangewakkerd. Dat zorgt voor bewustwording, waardoor misstanden sneller gesignaleerd en gemeld worden.”

Krijgt de vrijheid van godsdienst de komende zes jaar extra aandacht van u, als theologe?

„Ik verwacht van niet. Het zal zeker mijn belangstelling hebben, maar mensenrechten gelden voor iedereen, overal. De vrijheid van godsdienst is een grondrecht en moet uiteraard beschermd worden. Het college buigt zich ook over dergelijke zaken. Zo was er een moslima die geen hidjab mocht dragen in haar werk als politieagente. Zij was het daar niet mee eens en werd in het gelijk gesteld door het college. Dergelijke conflicten zullen vaker voorkomen, maar ik maak er geen eigen agendapunt van.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer