„Voor ons is het belangrijkste punt dat het toezicht in geen enkel slachthuis onafhankelijk is”, zegt Schouten. Zo worden camerabeelden door medewerkers zelf bekeken, zijn verplichte ‘welfare officers’ in dienst van het slachthuis en zijn de medewerkers van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) altijd in het bedrijf aanwezig waardoor ze beïnvloed kunnen worden, somt de directeur Varkens in Nood op. „Het toezicht is een gesloten pot.”

De slachterij in Epe moest dicht nadat er eind juni schokkende beelden naar buiten kwamen waarop te zien was hoe dieren er ernstig werden mishandeld door personeel. Een van de voorwaarden om nu weer open te gaan, is dat het aantal camera’s meer dan verdubbeld wordt. De slachtsnelheid zal lager liggen dan bij andere bedrijven en dieren mogen alleen worden aangevoerd onder toezicht van NVWA-medewerkers. Ook zullen er nu in plaats van een, twee inspecteurs van de autoriteit aanwezig zijn in Epe.

„Dat is beter, het maakt het met z’n tweeën makkelijker om iets van een misstand te zeggen en de slachtlijn stil te leggen. Maar beter zou zijn als de beoordeling van camerabeelden buiten het slachthuis gebeurt door mensen die niet onder invloed en werkdruk van het slachthuis zitten”, oordeelt Schouten. Daarnaast is zij bang dat de extra NVWA’er en de verlaging van de slachtsnelheid tijdelijke maatregelen zullen zijn.

Varkens in Nood wil dat de slachtsnelheid in Nederland, „en eigenlijk in heel Europa”, permanent naar beneden gaat. „Want misstanden zijn het gevolg van snelheid”, want „tijd is geld”, zegt Schouten. Ook wil de dierenwelzijnsorganisatie dat alle slachterijen intelligente camera’s krijgen, met software die zelf bijvoorbeeld onverwachte bewegingen van dieren of agressieve bewegingen van medewerkers kan detecteren. „Want het is heel veel werk om 29 camera’s [in Epe] te bekijken.”