Sicilië: Afghanen welkom in krimpdorpen
De vijftig Afghaanse vluchtelingen die de Italiaanse autonome regio Sicilië deze week opnam, zijn er bijzonder welkom. Ze krijgen huisvesting in Siciliaanse dorpen die bijna geen inwoners meer hebben en kunnen bovendien van betekenis zijn voor het toerisme.
Het mes snijdt volgens de autoriteiten van Palermo aan twee kanten. Aan de ene kant zijn er de Afghaanse vluchtelingen, aan de andere kant Italiaanse gemeenten die elk jaar minder inwoners hebben. Vluchtelingen die in zulke krimpdorpen komen wonen, kunnen een bijdrage leveren aan de toekomst van die gemeenten. Hun huisvesting (in verlaten woningen), hun activiteiten en hun consumptie kunnen ertoe bijdragen dat het leefklimaat in de dorpen weer verbetert.
Opleiding
De Italiaanse autoriteiten betalen de organisatie die zorg draagt voor de kosten en onderhoud van een migrant tussen de 30 en 40 euro per dag. De krimpgemeenten kunnen die gelden gebruiken om de opvang en de integratie te financieren.
Het idee komt van Leoluca Orlando, de burgemeester van de Siciliaanse hoofdstad Palermo. In een interview met dagblad La Repubblica deze week zei hij al een eerste lijst met een vijftigtal namen te hebben overhandigd aan de organisatie die de vluchtelingenopvang voor heel Italië coördineert.
Italië heeft de afgelopen week tenminste 2700 Afghanen geëvacueerd. Zij voegen zich bij de ongeveer 11.000 Afghanen die de afgelopen tien jaar politiek asiel in Italië hebben gekregen.
De meeste Afghanen die de afgelopen week via de luchtbrug Italië hebben bereikt, hebben een opleiding genoten en spreken meerdere talen. „We kunnen in de toeristische sector goed gebruik maken van hun vaardigheden, zoals hun talenkennis”, zegt Orlando.
Eerdere ervaringen
Italië hanteerde al eerder, tussen 2002 en 2018, een systeem waarbij erkende vluchtelingen werden verdeeld over kleine gemeenten die te maken hadden met ontvolking. Het ging steeds om kleine groepen vaak alleenstaande jonge mannen, die voor een half jaar in een dorpse omgeving woonden.
De tijdelijke bewoners deden (gesubsidieerde) klussen: voor de gemeente, lokale bedrijfjes en op het platteland. Het idee was dat buitenlanders gemakkelijker zouden integreren in een dorpse omgeving. In de dorpen waren de jongeren bovendien schaars en stonden de sociale structuren daardoor onder druk.
Het project functioneerde goed, maar werd in 2018 door Matteo Salvini, een rechtse politicus, afgeschoten toen hij minister van Binnenlandse Zaken werd.