Op 8 september 2017 daalde een duiker van Hercules af naar de bodem van de stuw. Het bedrijf wist of had vermoedens dat er een lek in de schuif van de stuw zat, zo oordeelde de rechtbank. Daarom had er voorafgaand een inspectie plaats moeten vinden. Bij zo’n lek is er het gevaar dat een duiker tegen de stuwwand wordt aangezogen. En precies dat gebeurde, met het overlijden tot gevolg.

De duikploegleider die alleen die dag inviel, waarschuwde de duiker via de radio nog voor een mogelijk lekkage. „U heeft zo een groot risico gelopen in de wetenschap dat er een lek kan zitten door toch te duiken”, zei de rechtbank over zijn rol. Wel was hij „door de weinig professionele overdracht” van de directeur op een dwaalspoor gezet. Dat neemt volgens de rechter niet weg dat hij verantwoordelijk was voor de veiligheid van de duikploeg.

Duikbedrijf Hercules had een „schijnveiligheid” gecreëerd, zo oordeelde de rechtbank. Duikvoorschriften waren vastgelegd omdat dit vereist werd, niet omdat de naleving ter voorkoming van ongelukken centraal stond. „Een straf is nodig om het belang daarvan te benadrukken.”

Het duikbedrijf krijgt een boete van 60.000 euro, waarvan 20.000 euro voorwaardelijk. Een bestuurder en de operationeel directeur van Hercules krijgen elk een taakstraf van 180 uur, waarvan 60 uur voorwaardelijk. De duikploegleider kreeg 60 uur taakstraf voorwaardelijk. De straffen zijn iets lager dan geëist omdat een deel van de verwijten niet bewezen is.