Hulporganisaties pleiten voor humanitaire luchtbrug Afghanistan
De Wereldgezondheidsorganisaties WHO en UNICEF willen dat er per direct een humanitaire luchtbrug naar Afghanistan komt. In een gezamenlijke verklaring zeggen beide dat de internationale gemeenschap het accent te eenzijdig legt op evacuaties. Afghanen die achterblijven worden vergeten.
Door twintig jaar oorlog, langdurige droogte en de coronapandemie zijn meer dan 18 miljoen Afghanen afhankelijk van humanitaire hulp, aldus de WHO en UNICEF. Doordat commerciële luchtvaartmaatschappijen momenteel niet in de hoofdstad Kabul mogen landen, kunnen hulporganisaties echter geen voorraden aanvoeren. De hulpgoederen die in het land aanwezig zijn raken snel op.
„Terwijl de humanitaire behoeften in Afghanistan toenemen, nemen de mogelijkheden om op die behoeften in te spelen snel af”, aldus de organisaties.
Ze wijzen erop dat de militaire vliegtuigen die buitenlanders en Afghanen uit Kabul evacueren veelal leeg arriveren. Hun laadruimte kan worden gebruikt om hulpgoederen het land in te krijgen. Zo heeft de WHO in een pakhuis in Dubai 500 kubieke meter aan medische hulp klaarliggen, maar kan die niet transporteren. UNICEF, dat zegt tien miljoen Afghaanse kinderen en hun ouders van hulp te voorzien, heeft hetzelfde probleem.
„WHO en UNICEF roepen op tot onmiddellijke en ongehinderde toegang om medicijnen en andere levensreddende middelen af te leveren aan de miljoenen mensen die hulp nodig hebben”, schrijven de organisaties, die zeggen vastbesloten te zijn om in Afghanistan te blijven.