„Want Ik zeg u: Tenzij uw gerechtigheid overvloediger zij dan der Schriftgeleerden en der Farizeeën, dat gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins zult ingaan.”

U hebt nog nooit rechte kennis van uw ongerechtigheden gehad en nog veel minder gevoeld, en daarom bent u nog nooit in de diepte gekomen en van daaruit geroepen? Evenwel leeft u nog in een verwachting? Maar wat is uw verwachting? Immers niet de Heere Jezus, want Die kent u niet, om in Hem gevonden te worden, om zo voor God te bestaan. Maar nee, het voorwerp van uw verwachting is de hemel, en wel op grond van uw braafheid, godsdienstigheid en eigengerechtigheid, en die hoop ligt bij u vast, daarom wandelt u altijd in het licht. Van duisternis weet u niet. Arme misleide zielen! Wat zult u uzelf voor eeuwig bedriegen. Hoor eens wat de Heere u hier al toeroept: „Tenzij uw gerechtigheid overvloediger is dan der Schriftgeleerden en de Farizeeën, u zult het Koninkrijk Gods niet ingaan.”

Dat valse licht waarin u meent te wandelen, zal in duisternis worden veranderd, en de verwachting van de huichelaar zal vergaan. U, die uzelf zo bedriegt, mens die nu hier op zulke hoogten zit, wat zal God u straks in die eeuwige diepte van de afgrond der hel neerstorten. Uw zon zal ondergaan en zal nooit weer verrijzen, want het zal aldaar eeuwig nacht zijn, wat zult u bedrogen zijn in uw verwachting. U verwacht om in de hemel te komen zonder Jezus. Dat zal helaas die eeuwige verlorenheid zijn!

Ds. Cornelis van den Oever, predikant te Rotterdam

(”Feeststoffen verklaard in 20 leerredenen”, 1969)