Koopjesjagers zorgen voor positief einde beursweek op Wall Street
De aandelenbeurzen in New York zijn vrijdag met winst gesloten. Koopjesjagers sloegen hun slag nadat de beurzen de afgelopen dagen flink waren gedaald. Onzekerheid over de Delta-variant van het coronavirus en de impact daarvan op het herstel uit de crisis was een van de oorzaken van die daling. Ook de mogelijkheid van een eerder dan verwachte afbouw van de crisissteun door de Federal Reserve hing boven de markt.
Het brede herstel was zichtbaar doordat alle grote graadmeters in het groen eindigden. Zo steeg de Dow-Jonesindex 0,7 procent tot 35.120,08 punten. Dat betekende nog altijd een weekverlies van meer dan 1 procent. De breed samengestelde S&P 500 ging 0,8 procent omhoog tot 4441,67 punten en techbeurs Nasdaq dikte 1,2 procent aan tot 14.714,66 punten
Chipbedrijf Nvidia steeg 5,1 procent. De Britse mededingingswaakhond CMA raadt aan om een uitgebreider onderzoek te doen naar de aangekondigde overname van chipontwerper Arm door Nvidia vanwege zorgen om de afnemende concurrentie op het gebied van onder meer chips voor in datacentra en spelcomputers. Eerder waren er al geruchten dat het Verenigd Koninkrijk zich zorgen maakt om de staatsveiligheid.
Verder was er aandacht voor de fabrikant van landbouwmachines Deere. Het concern, onder andere bekend van zijn tractoren, daalde 2,2 procent ondanks beter dan verwachte cijfers. Deere verhoogde ook zijn verwachtingen voor het hele jaar.
Ook Foot Locker wist met zijn handelsupdate de aandacht op zich gericht. De verkoper van schoenen en sportartikelen profiteerde de voorbije maanden van de heropening van de economie en verwelkomde meer klanten in zijn winkels. Het aandeel dikte ruim 7 procent aan.
Het bestuur van streamingdienst Spotify (plus 5,6 procent) ging akkoord met de inkoop van 1 miljard dollar (857 miljoen euro) aan eigen aandelen. Volgens topman Paul Vogel van Spotify toont het inkoopprogramma aan dat het bedrijf vertrouwen heeft in de lange termijn.
Dat er zorgen zijn over het economisch herstel is nog altijd te merken aan de verder dalende olieprijzen. Een vat Amerikaanse olie werd vrijdag 2,2 procent goedkoper op 62,32 dollar. Het was de zevende dag op rij waarop de Amerikaanse olie goedkoper werd en in die tijd ging er 8,9 procent van de prijs af. Brentolie kostte 2,1 procent minder, op 65,04 dollar per vat.
De euro was 1,1704 dollar waard, tegen 1,1680 dollar bij de slotbel in Europa