Het CPB spreekt van een „veerkrachtig” herstel. De economie groeit in 2021 met bijna 4 procent, volgend kalenderjaar wordt gerekend op een groei van 3,2 procent. De nieuwste voorspellingen van het planbureau zijn daarmee beduidend optimistischer dan bij de vorige raming in juni. Toen ging het CPB nog uit van 3,2 procent economische groei, gevolgd door een plus van 3,3 procent in 2022. De positieve cijfers van het statistiekbureau CBS over het tweede kwartaal gaven het CPB aanleiding om het toekomstbeeld positief bij te stellen.

Het planbureau houdt wel een slag om de arm: bij de nieuwe raming wordt ervan uitgegaan dat er geen grootschalige nieuwe contactbeperkingen nodig zijn. Indien er onverhoopt toch weer een nieuwe lockdown zou komen, dan zal dit economie raken en zal het beeld er anders uitzien. Daarbij merkt het planbureau op dat sommige sectoren „waarschijnlijk deels blijvend” last houden van de coronapandemie.

Nog een belangrijke vraag: in hoeverre zal de werkloosheid oplopen als de coronasteun voor bedrijven wegvalt? Volgens de belangrijkste adviseur van de regering zal die slechts licht stijgen tot 3,6 procent in 2022. Dat zal niets veranderen aan de huidige krapte op de arbeidsmarkt; er zullen meer vacatures zijn dan werklozen.

Portemonnee

Daarbij denkt het planbureau dat het plaatje voor de portemonnee er nog niet heel rooskleurig uitziet. Dat is goeddeels te verklaren doordat veel bedrijven vanwege de crisis waarschijnlijk terughoudend zullen zijn met het verhogen van de lonen. Door de gestegen grondstofprijzen kunnen bepaalde producten daarnaast duurder worden.

Dit jaar stijgt de koopkracht als gevolg van lastenverlichting in doorsnee nog met 0,8 procent, verwacht het CPB. Als het huidige beleid wordt voortgezet, zal de koopkracht volgend jaar stabiliseren; zowel werkenden, uitkeringsgerechtigden als gepensioneerden blijven dan op de nullijn staan. Zo’n vlak koopkrachtbeeld komt zelden voor.

Gelet op het type huishouden zal één groep volgend jaar op koopkracht moeten inleveren: de eenverdieners. De verdere afbouw van de overdraagbare heffingskorting is hier debet aan. Tweeverdieners en alleenstaanden gaan er niet op vooruit, maar ook niet op achteruit volgend kalenderjaar: deze groepen blijven op de nullijn staan. De daling bij de eenverdieners tikt ook door in de berekening die het CPB voor gezinnen maakt: gezinnen met kinderen gaan er licht op achteruit.

Begrotingstekort

De overheidsfinanciën herstellen zich volgens het CPB in lijn met de ontwikkeling van de economie. Dit jaar is er nog een begrotingstekort van 5,3 procent, maar volgend jaar daalt dit door het wegvallen van de steun en het aantrekken van de belastinginkomsten tot 1,8 procent. Door de snelle economische groei ziet het er naar uit dat de overheidsschuld, gemeten als percentage van de economie, dan al weer afneemt.

De raming dient als uitgangspunt voor de onderhandelingen over de rijksbegroting die het kabinet op Prinsjesdag presenteert. Op dit moment is het kabinet demissionair en het ziet er niet naar uit dat er in september al een nieuw kabinet is. De verwachting is daarom dat er geen grote koerswijzigingen zullen worden aangekondigd.