Vraag naar woningen stuwt bouwconcern BAM naar winst
Bouwconcern BAM heeft in de eerste helft van dit jaar geprofiteerd van de sterke vraag naar huizen in Nederland. Ook in landen als België, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Ierland gingen de zaken goed. Buitenbeentje is de Nederlandse infrastructuurtak. Door oplopende kosten van grote projecten was dat het enige onderdeel waar de zaken er niet beter voor stonden dan een jaar geleden.
De vraag naar nieuwe woningen in Nederland blijft sterk en dat komt BAM goed uit. Het bouwconcern leverde in de eerste zes maanden 1446 woningen op. In andere landen, als het Verenigd Koninkrijk en Ierland, sleepte BAM enkele grote projecten in de wacht. Daarbij gaat het niet alleen om woningen, maar ook bijvoorbeeld kantoren, scholen en ziekenhuizen.
De infrastructuurtak groeide ook hard, maar dat kwam met name door het Verenigd Koninkrijk waar de overheid veel geld in projecten stak om zo de economie te helpen uit de coronacrisis te komen. Het Nederlandse onderdeel leed een operationeel verlies. De kosten bij grote projecten stegen waardoor die niet meer goed werden gemaakt vanwege de afgesproken prijzen. BAM wil niet ingaan op welke projecten dat zijn.
Nieuwe infrastructuuropdrachten binnenhalen in Nederland is verder moeilijk, waarschuwt het bedrijf. Er is veel concurrentie. Bovendien zorgt het uitblijven van een nieuwe regering er ook voor dat investeringsbeslissingen worden uitgesteld.
In totaal kwam de omzet uit op 3,6 miljard euro tegen net geen 3 miljard in de eerste zes maanden van coronajaar 2020. Het orderboek zit ook nog erg vol. Met 13,8 miljard euro aan nieuwe opdrachten heeft BAM nog net zo veel waarde aan opdrachten als eind vorig jaar.
De aangepaste operationele winst, waarbij zaken als belastingen, eenmalige lasten en baten en wisselkoersverschillen niet meetellen, kwam uit op 157,1 miljoen euro. Onder de streep bleef een winst van 20 miljoen euro over. Een jaar eerder was nog een verlies van 234,5 miljoen euro de boeken in gegaan.
BAM kijkt met vertrouwen vooruit naar de rest van het jaar, maar ziet ook risico’s. Zo blijft de coronasituatie onduidelijk en heeft het bouwbedrijf last van leveringsproblemen van materialen, maar ook hogere personeelskosten door krapte. Ook praat het bedrijf nog over de timing van het betalen van een aantal „aanzienlijke” schadevergoedingen waardoor die nog in de tweede jaarhelft op de resultaten kunnen komen te drukken. Het bedrijf wil hierover verder niet in detail treden.
