Kamer wil zelfde behandeling Afghaanse helpers als voor tolken
De Kamer wil dat het kabinet alle Afghanen die voor de Nederlandse missie in Afghanistan hebben gewerkt op eenzelfde manier behandelt als Afghaanse tolken. Een meerderheid van de Tweede Kamer stemde woensdag voor een motie die daartoe oproept.
In de motie vraagt de Kamer om twee dingen: het zo snel mogelijk evacueren van deze Afghanen en hen net als de tolken aan te merken als „systematisch vervolgde groep”. Dat houdt in dat ze makkelijker in aanmerking komen voor asiel in Nederland. Aan het eerste deel van de oproep wil het kabinet tegemoet komen, zei staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (Asielzaken) in een fel debat woensdag.
Maar door deze Afghanen hetzelfde te behandelen als tolken zou dat „een automatische vergunning” betekenen, aldus Broekers-Knol. Ze wil „een slag om de arm houden” en asielaanvragen van deze mensen individueel beoordelen zei ze voorafgaand aan de stemming over de motie.
Ook nadat de motie was aangenomen, hield de bewindsvrouw voet bij stuk. „Dat willen we op die manier niet doen”, zo verwoordde ze het kabinetsstandpunt. De motie is „dusdanig ruim geformuleerd, dat kan ik vanuit mijn verantwoordelijkheid niet op die manier doen”. Volgens de staatssecretaris is het ook niet nodig, omdat er al een moratorium van zes maanden geldt op uitzettingen en beoordelingen van asielaanvragen van Afghanen.
Tijdens het debat liepen de emoties en irritaties hoog op. D66-Kamerlid Salima Belhaj verweet het kabinet dat het de opdracht van de Kamer om Afghanen te helpen die na de machtsovername door de extremistische Taliban risico lopen wegens hun eerdere werk voor de Nederlanders, niet serieus genoeg neemt. „Deze mensen gaan simpelweg dood!”, beet zij defensieminister Ank Bijleveld toe.
Ook onder anderen Derk Boswijk (CDA), Renkse Leijten (SP) en Kati Piri (PvdA) lieten duidelijk weten dat het hen allemaal veel te langzaam gaat. De betrokken bewindspersonen wijzen naar elkaar en verschuilen zich achter procedures, was een veel gehoord verwijt. Piri opperde zelfs om dan premier Mark Rutte maar naar het debat te roepen, omdat de Kamer van de aanwezige ministers geen duidelijke antwoorden kreeg.