Universiteiten: investeringen nodig om in wereldtop te blijven
Nederlandse universiteiten scoren nog steeds goed in internationale ranglijsten, zoals de pas verschenen Shanghai Ranking, maar voorzitter Pieter Duisenberg van universiteitenvereniging VSNU vraagt zich af „hoe lang nog”. Volgens hem blijven de investeringen in onderzoek en innovatie in Nederland achter bij landen „waarmee we onszelf graag vergelijken”.
„Om in de toekomst onze positie te handhaven zullen we structureel naar de in Europa afgesproken 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) aan investeringen in onderzoek moeten stijgen. Het niveau waar onze buurlanden als Duitsland en de Scandinavische landen al overheen zijn”, stelt Duisenberg.
In de top 100 van de gezaghebbende Shanghai Ranking staan dit jaar drie Nederlandse universiteiten, aangevoerd door die van Utrecht op plaats 50 - twee plekken hoger dan in 2020. Daarna volgen Groningen op plaats 64 (vijf plekken hoger dan vorig jaar) en Leiden op plaats 83, drie plekken lager dan vorig jaar.
In 2020 schopten nog vier Nederlandse universiteiten het tot de mondiale top 100. De Erasmus Universiteit is gedaald tot het blok eronder en behoort volgens de makers van de ranglijst nog wel tot de 150 beste universiteiten ter wereld, net als de Radboud Universiteit Nijmegen, de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit en Wageningen University & Research (WUR). TU Delft zit in het blok van 50 instellingen daaronder en mag zichzelf dus rekenen tot de beste 200 universiteiten.
Duisenberg zegt dat hij „enorm trots” is op onze universiteiten. „Hoewel je je er niet op blind moet staren, is het voor onze internationale kennispositie van groot belang dat we hoog staan aangeschreven in dit soort rankings”, reageert hij.
De top drie van de Shanghai Ranking bestaat uit Harvard (VS), Stanford (VS) en Cambridge (Verenigd Koninkrijk).