Meer dan 200 boeren dreigen vergoeding waterschade mis te lopen
Meer dan tweehonderd boeren hebben vorige maand wel schade geleden van de overstromingen in Limburg en Noord-Brabant, maar dreigen buiten de boot te vallen als het gaat om een vergoeding van de overheid. Volgens boeren- en tuindersorganisatie LTO Nederland gaat het om Brabantse agrariërs in de omgeving van Boxmeer die gewassen telen in de uiterwaarden van de rivier de Maas.
Uitgaande van de vrijdag aangekondigde hoofdlijnen van de waterschaderegeling van de overheid zouden deze boeren niet in aanmerking komen voor compensatie, bevestigt een woordvoerder van LTO na berichtgeving door De Telegraaf. Dat komt omdat de uiterwaarden volgens de overheid bedoeld zijn als waterberging. Dat zijn gebieden die soms onder water kunnen worden gezet.
Maar volgens de boeren geldt dat alleen in de winter. In de zomer zou het geen in te schatten bedrijfsrisico zijn dat de uiterwaarden opeens onder water komen te staan. Zij vinden dat er geen onderscheid moet worden gemaakt tussen binnen- en buitendijkse schade.
Er zijn bij LTO al ruim tweehonderd meldingen binnengekomen van aangesloten boeren die buiten de regeling lijken te vallen, goed voor een geschatte schade van ongeveer 2,3 miljoen euro. Die schade komt door het verloren gaan van onder andere aardappelen, snij- en korrelmaïs, graszaad, gras- en hooiland. De verwachting is dat het probleem bij meer boeren speelt, maar dat die zich nog niet hebben gemeld.
LTO heeft de kwestie al aangekaart in politiek Den Haag en blijft zich naar eigen zeggen inzetten voor de gedupeerde ondernemers die de compensatie dreigen mis te lopen. Als het aan de organisatie ligt, moet de regeling nog enigszins worden aangepast.