Bijen strijden met elkaar om een plekje in de Biesbosch
Het is oorlog in de Biesbosch. Een bijenoorlog. Honingbijen strijden met wilde bijen en andere insecten om bloemen die in dit gebied gedijen. Dit is al een paar jaar aan de gang. Deze maand publiceerde EIS Kenniscentrum Insecten een rapport dat de zorgen van de beheerders bevestigt.
Het is nog vroeg. Een stralende zon is bezig de dauw van de begroeiing te verdrijven. Thomas van Es, boswachter ecologie bij Staatsbosbeheer, zet zijn auto aan de kant en loopt naar de oever van een kreek. Een metersbrede zoom kleurt helemaal rozerood van de bloemen. „Grote kattenstaart. Een belangrijke nectarplant.”
De eerste insecten zijn al actief. „Kijk daar, een wilde bij. Dit moet de kattenstaartdikpoot zijn. In de Biesbosch leven een heleboel verschillende bijen, ook soorten die bijna nergens anders voorkomen: de roodrandzandbij, de knautiabij en de zandhommel.” Ook hommels behoren tot de bijen.
Dan kijkt hij op. „Luister nu eens, hoor je dat gezoem? Bijna allemaal honingbijen. Zie, daar komen ze aanvliegen, vanuit het oosten. Geen wonder, want daar staan de kasten.” Hij stapt weer in en de elektrische Staatsbosbeheer-auto zoemt richting oost. Tijd voor een toelichting.
„Wij hebben met een aantal imkers een contract dat ze in ons gebied hun kasten neer mogen zetten.” Geen probleem zolang de aantallen beperkt blijven, bijenhouderij hoort bij ons land; honingbijen zijn onmisbaar voor de bestuiving van de gewassen, al zijn ze door hun brede bloemenkeuze minder nuttig voor wilde planten.
Honingcowboys
Sinds een paar jaar loopt het in de Biesbosch volledig uit de hand. „Net buiten de grenzen van ons gebied zetten bedrijven in de zomer tientallen of zelfs honderden kasten neer. Dat betekent miljoenen bijen in de Biesbosch, terwijl hier juist de natuur voorop moet staan.”
Hij wijst op een rijtje kasten. „Van een Veluws bedrijf, op waterschapsgrond.” Iets verderop hetzelfde. Maar dan, langs een dwarsdijk, een ander beeld: vele tientallen bijenkasten aan de rand van een akker. Bij een busje met Belgisch kenteken zijn twee mannen, gehuld in een wit pak en met een imkerskap over het hoofd, bezig kasten uit te roken om honing te winnen. Dit zijn ze dus, de ‘honingcowboys’ zoals een Volkskrant-journalist ze noemde.
Van der Es stopt niet. „Ik ga er nu geen gesprek mee aan. Maar het is duidelijk wat hier gebeurt. De kasten staan op het land van de boer, maar niet om daar te gaan winnen, er bloeit geen enkele bloem. Alles vliegt regelrecht de dijk over de Biesbosch in.”
Daar bloeien de kattenstaarten, maar ook miljoenen andere bloemen. Zelfs de zeldzame maar in dit zoetwatergetijdengebied talrijke driekantige bies trekt bijen aan. De belangrijkste drachtplant is echter een invasieve exoot.
Een kilometer verderop staat weer een rijtje kasten. De boswachter parkeert zijn auto, loopt de dijk af en wijst tussen de wilgenopslag door naar een andersoortig veld rozerode bloemen: reuzenbalsemien.
Een paar planten dringen door tot dicht bij de dijk. Een zweefvlieg, een hommel en enkele honingbijen vliegen van bloem naar bloem. Het is duidelijk: straks als het warm wordt en alle insecten in actie zijn wordt het dringen, hoeveel bloemen er ook staan. „De meeste wilde bijen zijn kleiner dan een honingbij én leven solitair, terwijl honingbijen aan elkaar de beste plekken doorgeven. De honingbij is dus dubbel in het voordeel.” Dat is ook de conclusie van EIS, dat uitgebreid onderzoek deed naar de wisselwerking tussen honingbijen en wilde bijen.
Bestaansrecht
Is het erg als wilde bijen verdrongen worden? Van der Es meent van wel. Niet alleen heeft elke soort bestaansrecht, maar ook zijn de wilde planten en hun bestuivers op elkaar ingespeeld. Bovendien is het een slecht teken. „Het is eigenlijk bizar dat zoveel bijenvolken afhankelijk zijn van één gebied met een invasieve exoot. Elders in het land zijn de bloemen grotendeels verdwenen.”
Er wordt nu nagedacht over de vraag of de reuzenbalsemien kan worden bestreden. Bovenal voeren de boswachters overleg met de omringende grondeigenaren en de bijenhouders over de kwestie van de bijen.