Afghaanse bewakers die voor Nederland werkten vragen hulp kabinet
Tien Afghanen die in het verleden als bewaker voor de Nederlandse troepenmacht in Afghanistan hebben gewerkt, doen een dringend beroep op het kabinet om hen zo snel mogelijk naar Nederland te halen. Advocaat Michael Ruperti heeft het kabinet gevraagd in actie te komen, bevestigt hij na berichtgeving door De Telegraaf. Gebeurt dat niet, dan moet volgens hem voor hun leven worden gevreesd.
Ruperti vertelt dat de tien oud-bewakers al eerder naar de Nederlandse ambassade in Kabul zijn gegaan. Toen ze daar om hulp vroegen, kregen ze volgens de raadsman te horen dat ze via internet een asielaanvraag konden indienen.
„We weten allemaal hoe wreed de Taliban zijn. Een zwager van een van mijn cliënten is al vermoord”, vertelt hij. „Ze zeggen dat ze niets doen tegen onschuldige burgers, maar Afghanen die hebben meegewerkt met de internationale coalitie gaan ze doden.”
Ruperti vindt dat het ministerie van Defensie een zorgplicht heeft voor deze mensen, die tussen 2004 en 2006 in Nederlandse dienst waren in de stad Pol-e Chomri, in de noordelijke provincie Baghlan. „Die zorgplicht eindigt niet na afloop van een contract. Nederland moet deze mensen veiligheid bieden en ze met hun gezinnen hierheen laten vertrekken.” Veel belangrijke gegevens, zoals de arbeidscontracten van de tien Afghaanse bewakers, heeft Ruperti al op zijn bureau liggen. Hij heeft demissionair minister van Defensie Ank Bijleveld daar zondag ook een e-mail over gestuurd. „Ik doe een beroep op haar om actie te ondernemen en menselijkheid te tonen.”
Nu de Taliban op het punt lijken te staan om ook in de hoofdstad Kabul de macht over te nemen, is haast geboden, zegt de advocaat. „Het verder uitzoeken van alle gegevens kan ook hier. We hoeven in elk geval niet meer uit te zoeken wie het zijn.”
De advocaat vindt het vreemd dat Nederland deze oud-bewakers niet gewoon laat overkomen, terwijl voor voormalige tolken die in Nederlandse dienst waren wel een speciale regeling bestaat. „Andere landen maken dat onderscheid niet”, zegt hij.