Nederland proeftuin voor aanpak terreurgelden
Nederland is een proeftuin voor de Europese aanpak van geld voor terroristen. De Nederlandse financiële wereld overlegt tot grote tevredenheid van de Amerikanen nauw met hen over de toepassing van de Amerikaanse antiterreurregels in het Europese bankwezen.
Dat zegt directeur Hein Blocks van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). De afgelopen week bracht de Amerikaanse onderminister van Financiën, Stuart Levey, een bezoek aan Nederland. „Hij was heel tevreden over de wijze waarop wij terreurgelden aanpakken”, aldus Blocks. Levey sprak met vertegenwoordigers van De Nederlandsche Bank, de NVB en het ministerie van Financiën.
De Amerikaanse onderminister is belast met de opsporing van geld dat voor terroristen bestemd is. „Sinds de aanslagen van 11 september 2001 is er regelmatig contact met de Amerikanen”, zegt Blocks. In Nederland wordt getest hoe Amerikaanse financiële antiterreurmaatregelen succesvol in Europa kunnen worden toegepast.
Blocks nuanceert het beeld dat Nederland vooroploopt in de bestrijding van de financiële ondersteuning van terroristen. „In de gevallen waarin terroristische geldstromen door Nederland liepen, waren we inderdaad de eersten die aan de bel trokken.”
Het aantal bekende internationale terroristennetwerken in Nederland is beperkt. In augustus bevroor het openbaar ministerie op basis van Amerikaanse verdenkingen de tegoeden van het Nederlandse filiaal van de Saudische liefdadigheidsorganisatie Al-Haramain.
Vorig jaar bleek een bestuurslid van een islamitische stichting in Eindhoven financiële banden met de omstreden Saudische liefdadigheidsorganisatie Benevolence te onderhouden.
De Amerikaanse autoriteiten waren aanvankelijk vrij strikt in de aanpak van de gelden. „Nu merk je dat de Amerikanen iets genuanceerder zijn geworden”, zegt Blocks. Maatregelen die in Nederland aanslaan, zullen in de toekomst ook aan andere Europese landen worden aangeraden.
Een voorbeeld van de Europese toepassing van de Amerikaanse regels is de Patriot Act. Deze Amerikaanse antiterreurwet schrijft voor dat banken bij een grensoverschrijdende overboeking eventuele vermoedens van terrorisme moeten melden bij de ontvangende bank. „Maar hierdoor kun je een verdachte alarmeren. Wij hebben bepleit dat er alleen wordt gemeld aan bonafide banken of direct aan de autoriteiten in dat land”, zegt Blocks.
Binnen de Europese Unie valt veel te winnen met een gemeenschappelijke aanpak. Zo hoeven bij een grensoverschrijdende betaling binnen Europa niet langer beide banken te controleren of de verzender of begunstigde op een lijst van terroristen staan. „Dat is net zoiets als bij elke oprit van de snelweg controleren of iemand wel zijn wegenbelasting heeft betaald.”
De afgelopen jaren hebben de EU-lidstaten slechts 200.000 euro aan verdacht geld geblokkeerd. De Europese coördinator voor de terrorismebestrijding, Gijs de Vries, pleitte in juni al voor een verregaande informatie-uitwisseling tussen de Europese staten. Door een gebrek aan vertrouwen melden de 25 lidstaten van de EU elkaar nog steeds te weinig over terroristische organisaties.