Wie rugpijn heeft moet weten waar hij gaat zitten in een stadsbus
Gelukkig heb ik ontdekt waar ik in de stadsbus het beste kan zitten zonder noemenswaardige rugpijn te krijgen. Dat is op een van de stoelen die zijn geplaatst boven de eerste achterwielen van de harmonicabus.
Mijn voorkeur voor bepaalde zitplekken in de bus heeft een geschiedenis. Sinds ik begin maart op een stormachtige morgen niet op mijn voeten, maar op mijn rug van de trap afdaalde, moet ik uitkijken.
Dat ongeluk gebeurde nadat de zonnecollector op het dak bij zware storm omwaaide en er water stond op zowel het dak als de trappen. Gelukkig is de rugpijn weer weg, maar soms keert die terug, bijvoorbeeld in de bus.
De busrit begint bij het instappen bij de voordeur of via een van de achterdeuren. Als passagier dien je dan eerst een magnetisch kaartje tegen een apparaat te houden, zodat er een vriendelijk piepje klinkt en een groen schermpje verschijnt. Soms willen een paar passagiers tegelijkertijd inchecken, maar ze moeten even op elkaar wachten. Dan beginnen de problemen, want de chauffeur wacht niet op zijn passagiers, maar sluit de deuren en trapt op het gaspedaal. Als de passagier geluk heeft, kan die nog bijtijds een zitplaats bereiken. Maar ik zie soms dat passagiers zich aan stangen, stoelen en zelfs aan passagiers vastgrijpen om niet door het gangpad te vliegen op het moment dat de bus in volle vaart door rotondes draait en bochten neemt. Met een beetje geluk stopt de bus ergens bij een verkeerslicht, zodat je als reiziger kan proberen heelhuids op een stoel te belanden. Anders is het wachten op de volgende halte.
Maar ook op je zitplaats is alle leed niet altijd geleden. Hoe de rit verder verloopt hangt van verschillende factoren af. Zo is de rijstijl van de chauffeur belangrijk. Rijdt hij rustig, rekening houdend met de passagiers? Of maakt hij er een sport van om zo snel mogelijk het eindpunt te bereiken?
Dan is er nog de vering van de bus. Het is duidelijk dat ze daar bij busmaatschappij Egged weinig prioriteit aan geven. De chauffeur zelf heeft nergens last van, want hij zit op een soort zweefstoel met prima vering. De stoelen van de passagiers rammelen hevig. Vooral op wegen waarop laagjes asfalt zijn aangebracht om gaten te dichten.
Gelukkig is het in de bussen niet meer te koud. De airconditioning staat weliswaar aan, maar de ramen staan open om schadelijke virussen te verdrijven. Bovendien is het warm deze zomer, met dagelijks temperaturen van rond de 35. Vroeger was dat wel anders. Een collega nam altijd zijn jas mee omdat hij steevast ziek werd van de koude luchtstroom.
Tegenover al dat ongemak staat dat het gebruik van openbaar vervoer goedkoop is. Voor 25 euro kan ik een maand lang alle bussen en trams in Jeruzalem en omgeving nemen. Wil ik een dag in Jeruzalem en door centraal Israël reizen dan betaal ik 4 euro. Dat tarief geldt in Jeruzalem, in Tel Aviv en omstreken en van Netanya in het noorden tot Ashdod in het zuiden. Alle bussen, trams en treinen zijn voor dit luttele bedrag toegankelijk. Juist nu zouden meer mensen het openbaar vervoer moeten gebruiken. En dan maar hopen dat hun chauffeur bijscholing heeft gehad in klantvriendelijkheid.