Maar de oorlog heeft zich inmiddels uitgebreid naar de aangrenzende deelstaten Afar en naar Amhara dat door velen als het historische hart van Ethiopië wordt gezien. Veel burgers zijn het slachtoffer van het vaak etnisch gemotiveerde geweld. Volgens de VN dreigt in de regio bovendien de hongerdood voor honderdduizenden mensen.

De oorlog In het noorden woedt sinds november. De premier zond toen troepen naar Tigray in een kennelijk totaal mislukte poging de macht te breken van het Tigray Volksbevrijdingsfront (TPLF). Het TPLF regeerde de regio en heeft zich weinig aangetrokken van de centrale regering van federaal Ethiopië. Het TPLF heeft zich van de aanvallen hersteld en bedreigt de regeringstroepen aan het lange front. Die moeten volgens Ahmed nu hulp krijgen van de burgers uit het land van meer dan 115 miljoen inwoners, waar 60 procent jonger dan 25 jaar oud is.

De Tigrayers vormen slechts circa 6 procent van de bevolking, maar domineerden het hele land 27 jaar lang met hun TPLF. Dat was de voornaamste guerrillabeweging die in 1991 de communistische dictatuur ten val bracht. In 2018 verloren ze uiteindelijk hun greep en kwam Abiy Ahmed aan de macht. Hij kreeg een jaar later de Nobelprijs voor de Vrede. Volgens waarnemers hebben de Tigrayers zich in die tijd naar hun eigen regio teruggetrokken en hebben ze een heleboel wapens en andere goederen van de toenmalige Ethiopische strijdkrachten meegenomen. En zo zouden ze nu sterk staan tegenover het federale leger.

Ahmed behoort tot de grootste etnische bevolkingsgroep, de Oromo (bijna 35 procent van de bevolking). Sinds 1994 is Ethiopië een land dat tien deelstaten heeft die op etnische basis zijn gevormd, wat tot veel spanningen heeft geleid. Ahmed streefde een jaar geleden naar ingrijpende hervormingen en raakte daarbij in conflict met de TPLF over het houden van verkiezingen.