‘Stoïcijns optimisme’ grote drijfveer voor minister Hugo de Jonge
Dat mensen hun machteloze gevoel over corona en frustraties over de maatregelen van het kabinet vaak op hem projecteren, kan minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid zich goed voorstellen. „Dat virus kun je niet zien, en mij wel”, zegt hij daarover in een interview met de Volkskrant. „Soms voelt het alsof ze elke dag met een trein over je heen rijden.” Dagelijks krijgt hij gemiddeld 5000 à 6000 reacties via sociale media, op sommige dagen meer dan 10.000. Het zijn veelal haatreacties. „Op straat is dat anders, daar is de meerderheid juist vriendelijk. Ongefundeerde kritiek van mensen die er geen kijk op hebben, laat me Siberisch.”
Toen premier Mark Rutte en hij excuses moesten aanbieden voor een te snelle versoepeling van de coronamaatregelen, was dat voor De Jonge geen moment reden om af te treden. „Als je op die manier naar je taak kijkt, wordt de omloopsnelheid van ministers van Volksgezondheid in deze crisisfase wel erg hoog”, zegt hij in de krant. Hij vindt ook niet dat het kabinet op dat moment terug bij af was. „Maar ja, op zo’n moment vliegt de fik erin en moet er geblust worden en ja, dat was toevallig mijn werk.”
De Jonge denkt niet aan stoppen, ook al heeft zijn vrouw hem voorgehouden dat hij de laatste fase waarin zijn kinderen nog thuiswonen zal missen „als hij nog een rondje als minister maakt”. Zijn broer raadde hem nadrukkelijk aan om door te gaan omdat er „nu niemand in Nederland is die zoveel ervaring heeft op het gebied van coronabestrijding als Hugo”.
Op de vraag van de Volkskrant waar de gedrevenheid van De Jonge vandaan komt, antwoordt hij: „Ik haal mijn voldoening uit mijn werk, en de mate waarin hangt af van de mate waarin je met die baan in staat bent betekenisvol te zijn in het leven van een ander. Dat is mij met de paplepel ingegoten.” Zijn, wat hij noemt, stoïcijnse optimisme heeft volgens hem wel een verschillende uitwerking op mensen. „Sommige mensen lezen optimisme als naïviteit. Dat laat onverlet dat ik vind dat je met stoïcijns optimisme verder komt. Zonder dat breng je anderen niet in beweging.”