Het Rijk stelt geld beschikbaar voor de verbetering van de ventilatie, maar betaalt 30 procent van de rekening. Schoolbesturen en de gemeente moeten de resterende 70 procent betalen. „Voor veel scholen en gemeentes is dat een probleem”, aldus een woordvoerder van de PO-Raad. Bovendien is het geld van de overheid alleen bestemd voor aanpak van de ventilatie. „Ventileren is belangrijk, maar het is slecht één probleem. Het gaat om het hele binnenklimaat. Het is bijvoorbeeld ook het licht en de temperatuur. In de zomer wordt het enorm warm, vooral in gebouwen met een plat dak, en in de winter heel koud. Dat los je niet op met ventilatie. Het is alsof je nieuwe ruitenwissers op je oude auto zet terwijl de motor niet in orde is.”

Vanuit de ventilatiebranche klinkt ook kritiek op de vaak stroperige besluitvorming rond nieuwe systemen die voor frisse lucht moeten zorgen. Er zijn te veel partijen naast de school en gemeente die hun zegje moeten doen over de ventilatie, zegt voorzitter Wouter Wijma van koepelorganisatie Binnenklimaat Nederland. Volgens hem is het ook tekenend dat hij van slechts twee à drie scholen hoorde die werk maakten van betere ventilatie toen ze in de wintermaanden gedwongen dicht moesten wegens een opleving van het coronavirus. „Scholen blijven alles in de vakantie plannen. Dus voordat alle scholen hun ventilatie op orde hebben, zijn we misschien wel drie jaar verder.”

De PO-Raad weet niet hoeveel basisscholen de zomervakantie aangrijpen om de ventilatie aan te pakken. „Het gebeurt, maar we hebben geen inventarisatie. We raden scholen aan: als je iets laat doen, doe het dan breed. Maar daar moet je wel geld voor hebben.”

In het CNV-onderzoek geven leerkrachten ook aan dat leerlingen met coronagerelateerde klachten toch vaak naar school komen, ondanks het dringende advies om met zulke klachten thuis te blijven. De PO-Raad heeft daar „geen gegevens over en niet veel geluiden over gehoord”, maar sluit het ook niet uit.