Protesten Iran verdienen steun Europa
De protesten in Iran verschillen van eerdere demonstraties. Angst heeft plaatsgemaakt voor moed en verzet. Laten de Europese landen de grove schending van de mensenrechten en het doodschieten van vreedzame demonstranten niet langer accepteren.
Opnieuw zijn er afgelopen weken hevige protesten in Iran. Afgelopen jaren is de Iraanse bevolking meerdere keren de straat opgegaan. Toch zijn de huidige demonstraties in meerdere opzichten anders dan eerdere protesten van de inwoners van het land.
Een eerste belangrijke verschil is de plek waar de betogingen zijn begonnen. De huidige demonstraties begonnen in de zuidelijke provincie Khuzestan, bevolkt door overwegend Arabieren. De directe aanleiding was het enorme watertekort dat door mismanagement en discriminerende maatregelen in Khuzestan is ontstaan. De provincie telt zeventien rivieren, maar de meeste zijn omgeleid naar steden waar invloedrijke leiders van het regime vandaan komen om die van water te voorzien. De demonstraties verspreidden zich vrij snel naar andere steden en provincies en naar de hoofdstad Teheran. Betogingen begonnen in het verleden met name in Teheran. Dit betekent dat het regime zijn religieuze gezag in provincies en kleine steden, waar het de meeste aanhang had, heeft verloren.
Een ander signaal bevestigt deze ontwikkeling. Bij de presidentsverkiezing afgelopen juni kreeg ik verschillende berichten uit mijn geboortedorp dat slechts een klein percentage van de dorpsbewoners naar de stembus was gegaan.
Iran is een land van minderheden. Het heeft een Perzischsprekende meerderheid van ongeveer 52 procent. Het is bemoedigend om te zien dat nu alle bevolkingsgroepen met elkaar solidair zijn en samen optrekken. Bestuderen we de eensgezindheid van de slogans van de demonstranten, dan zien we dat de huidige demonstraties een kettingreactie van onderlinge solidariteit zijn.
Immuun voor leugens
Een tweede belangrijk verschil met de demonstraties in het verleden is dat die nu gericht zijn tegen ayatollah Khamenei. In het verleden gingen protesten vaak over verkiezingsfraude, verhoging van benzineprijzen of corruptie. De betogingen vanwege watertekort ontwikkelen zich meer en meer tot protesten tegen de regering van het land.
De huidige slogans gaan over het regime in zijn geheel en vooral over de opperste leider Khamenei. De meest gehoorde slogans in de steden Ahvaz, Tabriz, Isfahan, Karaj en Teheran zijn: ”Dood aan dictatuur”, ”Dood aan het religieuze leiderschap”, ”Khamenei, schaam je en laat dit land vrij zijn”, ”Ordetroepen, steun ons, steun ons”.
Het Iraanse regime blijft er echter op hameren dat de demonstraties het werk van buitenlandse mogendheden en antirevolutionairen zijn en maakte weer eens bekend dat een groep, gesteund door Israël, met wapens en al, is gearresteerd bij het binnendringen van Iran. Dat zonder enig bewijs. Maar de bevolking is immuun geraakt voor deze leugens. Betogers roepen vaak: „Onze vijand is hier, vertel ons niet dat het het buitenland is.”
Moed
Het is de verwachting dat met het aantreden van de nieuwe president, de hardliner Raisi, donderdag het regime nog harder tegen demonstranten gaat optreden. Raisi had een centrale rol in het comité dat in 1988 meer dan 5000 politieke gevangenen liet executeren en die daarvoor staat op de sanctielijst van de Europese Unie en de Verenigde Staten. Maar de vraag is of hardere repressie nog effect zal hebben. De Iraanse bevolking is de angst voor de paramilitaire Besiji’s en ordetroepen kwijt en roept steevast hen te helpen om het regime ten val te brengen.
Dat de angst heeft plaatsgemaakt voor moed en verzet is te zien bij demonstraties van afgelopen zaterdag waarin jongeren Khamenei regelrecht beledigden en bespotten. Nog tekenender is het protest van de moeders van vermoorde jongeren tijdens de demonstraties van vorige jaren. Ze lopen nu op straat en in metro’s met portretten van hun geliefde kinderen in de hand.
De economische en milieumalaise en de internationale isolatie, die het regime zelf heeft veroorzaakt, hebben van Iran een arm land gemaakt. De mensen met lage inkomens worden het hardst geraakt. De overgrote meerderheid van het Iraanse militaire en politieapparaat komt uit deze bevolkingsgroep. Ze voelen de pijn van het teloorgaan van de economie en het milieu net zo goed als de rest van de bevolking. Op sociale media circuleren video’s waarop te zien is dat ordetroepen niet ingrijpen of bijvoorbeeld in de stad Tabriz zich zelfs aansluiten bij de demonstranten. Ook circuleert er een document van een hoge ambtenaar waaruit blijkt dat meerdere hoge officieren, waaronder twee brigadier-generaals van de elitetroepen, de Pasdaran, om valse paspoorten vragen om eventueel te kunnen vluchten.
Niet accepteren
Iraniërs willen hoe dan ook van dit regime verlost worden. De massademonstraties van de afgelopen jaren en vooral die van de laatste twee weken zijn de voorhoede van deze bevrijding. De bevolking is veertig jaar van onderdrukking, oorlog, de bemoeienis van het regime bij de kleinste details van hun leven en destructie van economie en milieu meer dan zat. Ze zijn opgestaan om zich te bevrijden.
Het zou Europa sieren om naar Iraniërs te luisteren in plaats van naar het moordzuchtige regime. Laten de Europese landen hun strategie van pappen en nathouden verlaten en Teheran het signaal geven dat ze de grove schending van de mensenrechten en het doodschieten van vreedzame demonstranten niet meer zullen accepteren.
De auteur is tolk en journalist en is afkomstig uit Iran.