Brussel zet verlaging regeldruk op losse schroeven
Dat deze Europese Commissie bij haar aantreden lastenverlichting had beloofd bij iedere lastenverzwaring, lijkt ze even vergeten te zijn.
Het begon allemaal zo mooi in 2019. Vermindering van regeldruk zou een van de belangrijkste prioriteiten worden van de nieuwe Europese Commissie, zo verkondigde voorzitter Von der Leyen van de Europese Commissie. Het principe ”one in, one out” (ooio) zou leidend worden. Met andere woorden: nieuwe lasten voor bedrijven en burgers die voortvloeien uit wetgevingsvoorstellen worden gecompenseerd door het wegnemen van een soortgelijke bestaande last op hetzelfde terrein.
En daar bleef het niet bij. Want eerder dit jaar verscheen er een heuse mededeling van de Commissie, waarin uit de doeken werd gedaan hoe de Commissie het oioo-principe handen en voeten zou gaan geven. Deskundigen en belanghebbenden namen zitting in het ”Fit for Future”-platform, dat ideeën verzamelt voor vereenvoudiging en modernisering van regelgeving. Allemaal zeer veelbelovend dus.
Resultaat zien
Maar met goede voornemens, mooie mededelingen en overlegorganen alleen zijn ondernemers uiteindelijk niet geholpen. Bedrijven willen resultaat zien in de praktijk: meer ruimte om ondernemer te kunnen zijn en dus minder knellende regels. Daar is vooralsnog weinig van te merken.
Bedrijven en burgers begrijpen best dat nieuwe voorschriften en lastenverzwaring soms nodig zijn voor nieuwe doelstellingen. Ook als SGP zien we in dat dat soms nodig is. Zo kun je met het verstoken van gekapt en geïmporteerd hout snel en goedkoop doelen halen, maar echt duurzaam is het niet. Dat moeten we dus aan banden leggen. En dat de Commissie ervoor pleit om het vliegen duurder te maken, is ook alleen maar terecht.
Ondertussen vragen veel bedrijven zich wel af hoe ze concurrerend kunnen blijven op de wereldmarkt. Aan het klimaatfonds van 144 miljard euro tegen ‘energiearmoede’, zal het bedrijfsleven niet veel hebben. De CO2-heffing op geïmporteerde producten zal mogelijk wel enige bescherming kunnen bieden, maar er is nog een lange weg te gaan voordat deze ingevoerd kan worden.
Al met al is er dus goede reden om de Commissie te blijven herinneren aan haar one-in-one-outbelofte. Temeer omdat er van die belofte in het huidige klimaatpakket weinig is terug te vinden. Twaalfduizend pagina’s met nieuwe regels en voorstellen voor lastenverzwaringen. Dat is het recept dat de Europese Commissie op tafel heeft gelegd als oplossing voor het klimaatvraagstuk.
De Commissie probeert er zelfs onderuit te komen door te stellen dat one-in-one-outbeginsel niet van toepassing is op wetgeving op nieuwe terreinen. Ook verklaarde Eurocommissaris Šefčovič dat dit principe flexibel is en dat regels eventueel ook later nog geschrapt kunnen worden. Opvallend is ook dat de Commissie de extra kosten die het bedrijfsleven moet maken, vooral presenteert als investeringen en niet zozeer als lastenverzwaringen.
Realistisch tijdpad
Als de Commissie zo met het one-in-one-outprincipe wil omgaan, wordt het vanzelf een wassen neus. Dat het hele klimaatpakket bij het bedrijfsleven veel vragen oproept, is dan ook niet verwonderlijk.
In mijn contacten met het bedrijfsleven merk ik dat er zeker bereidheid is om bij te dragen aan de energietransitie. Maar wil de Commissie het bedrijfsleven hierin meenemen, dan moet ze wel zorgen voor een realistisch tijdpad. Een CO2-reductiedoelstelling van 55 procent in 2030 is echt te hoog gegrepen. En wat ondernemers zeker zal helpen: laat de Commissie in ieder geval haar beloftes rond het one-in-one-outprincipe waarmaken.
De auteur is lid van het Europees Parlement voor de SGP.