Gamebedrijven onderuit op Aziatische beurzen na kritiek Peking
De Japanse en Chinese makers van computerspelletjes zijn dinsdag hard onderuitgegaan op de aandelenbeurzen in Tokio en Hongkong. De koersdalingen volgden op berichten in de Chinese staatsmedia, waarin online gaming werd omschreven als „spiritueel opium” en zorgen werden geuit over de hoeveelheid tijd die de jeugd doorbrengt met het spelen van games. Beleggers vrezen nu dat Peking strengere maatregelen tegen de sector zal nemen.
Tencent kelderde dik 7 procent in Hongkong. Het grote Chinese technologieconcern is onder meer eigenaar van game-ontwikkelaar Riot Games, de maker van het populaire spel League of Legends. In de Chinese staatsmedia werd herhaaldelijk het onlinespel „Honor of Kings” van Tencent aangehaald, dat populair is onder studenten. Chinese sectorgenoten als Netease en Bilibili raakten respectievelijk 7 en 4 procent kwijt.
In Tokio dook de Japanse maker van onlinegames Nexon ruim 6 procent omlaag. Ook andere Japanse producenten van computerspellen stonden onder druk. Konami Holdings, DeNA, Sony en Nintendo verloren tot meer dan 3 procent. De Japanse hoofdindex, de Nikkei 225, sloot door de verliezen in de gamesector 0,5 procent lager op 27.641,83 punten. Ook de zorgen over de aanhoudende stijging van het aantal coronabesmettingen in Japan drukten de stemming op de beurs.
De Hang Seng-index in Hongkong noteerde tussentijds 0,5 procent in de min en de beurs in Shanghai verloor 0,4 procent. De All Ordinaries in Sydney daalde 0,4 procent na het besluit van de Australische centrale bank om de rente conform verwachting ongewijzigd te laten op 0,1 procent. De Zuid-Koreaanse Kospi hield het hoofd boven water met een plus van 0,3 procent.