De conferentie woensdag 4 augustus is precies een jaar na de verwoestende ontploffing in de haven van de Libanese hoofdstad. Het drama, waardoor meer dan 200 doden vielen en een deel van de stad werd verwoest, gold als triest dieptepunt van de enorme economische en politieke crisis die Libanon al jaren teistert. De explosie werd veroorzaakt door tonnen ammoniumnitraat die onveilig waren opgeslagen in een loods.

Kort na de ramp werd internationaal al 280 miljoen euro ingezameld. Omdat de situatie verder is verslechterd denken de Verenigde Naties dat er nu 357 miljoen dollar nodig is voor voedsel, onderwijs, gezondheid en waterzuivering, aldus Parijs. Aan de videoconferentie onder leiding van de Franse president Macron en VN-secretaris-generaal Guterres doen ongeveer veertig staten en internationale organisaties mee.

De conferentie gaat niet over steun voor de heropbouw van het land, benadrukt Frankrijk verder. Die blijft afhankelijk van de vorming van een regering die diepgaande hervormingen kan doorvoeren. Libanon heeft geen volwaardige regering meer sinds premier Diab en zijn ploeg in de nasleep van de explosie hun ontslag aankondigden.

Mensenrechtenorganisatie Amnesty International heeft ondertussen de Libanese autoriteiten ervan beschuldigd het onderzoek naar de explosie „schaamteloos” te belemmeren. Sinds het drama is nog geen enkele verantwoordelijke voor een rechter moeten verschijnen. Amnesty wijst erop dat heel wat vragen nog steeds niet beantwoord zijn over deze ramp.

Op de eerste verjaardag van de explosie worden in Beiroet betogingen van familieleden van slachtoffers en van activisten verwacht.