Alliander: Snelheid van energietransitie moeilijk bij te houden
De snelheid waarmee de overgang naar hernieuwbare energie plaatsvindt is maar moeilijk bij te houden. Daarop wijst topman Maarten Otto van het grote energienetwerkbedrijf Alliander bij de presentatie van de halfjaarcijfers. Belangrijke oorzaken zijn een chronisch tekort aan technisch personeel en lange doorlooptijden door onder andere vergunningsprocedures.
Otto waarschuwt dat de vanzelfsprekendheid van toegang tot energie met de energietransitie „stevig op de proef wordt gesteld”. Alliander investeert net als andere netbeheerders fors in het energienet van de toekomst. „Dat voorkomt echter niet dat de samenleving hinder gaat ondervinden. Door de drukte gaan zowel ondernemers als consumenten de komende jaren langer op een aansluiting of extra capaciteit wachten dan gewenst.”
Het stroomverbruik neemt de laatste tijd snel toe, bijvoorbeeld door de komst van datacenters. In het eerste half jaar was het elektriciteitsverbruik door deze centra even hoog als het gemiddelde verbruik van ongeveer 630.000 huishoudens. En de komende tien jaar wordt meer dan een vervijfvoudiging verwacht van de elektriciteitsvraag door deze centra. Aan de andere kant groeit ook de hoeveelheid duurzame energie die wordt opgewekt met zon- en windparken.
De capaciteitsproblemen waarvoor Otto waarschuwt, worden nu al zichtbaar. Nu al zit het elektriciteitsnet op verschillende plekken vol, zoals in twee gebieden in Amsterdam. En dit geldt straks waarschijnlijk voor steeds meer plaatsen. Komende jaren neemt de behoefte aan laadpalen ook flink toe. Consumenten gaan ook steeds meer merken dat stroom die zij zelf met zonnepanelen opwekken niet op elk moment van de dag volledig kan worden teruggeleverd aan het net.
Afgelopen tijd bemoeilijkte corona ook nog het werk van Alliander. Toch verwacht Alliander in 2021 door slimmer te plannen meer werk te kunnen verzetten dan vorig jaar. Zo werden werkzaamheden in drukke winkelstraten eerder uitgevoerd, omdat het door de lockdown daar toch rustig was. Otto wil daarnaast dat overheden meer de regierol op zich nemen in de energietransitie om zo te helpen bij al het werk dat gedaan moet worden.
Netbeheerder Stedin heeft met dezelfde vraagstukken te maken. Financieel directeur Danny Benima wijst in een toelichting op het halfjaarverslag van zijn organisatie vooral op de financiële aspecten van de energietransitie. „De verbouwing en uitbreiding van ons energiesysteem als gevolg van de energietransitie en de economische groei kost geld. Dat verhaal wordt steeds duidelijker”, geeft hij aan. Hij benadrukt dat meerdere partijen een bijdrage moeten leveren, dus niet alleen de netbeheerders maar bijvoorbeeld ook de overheid en klanten. „Het is een en-en-vraagstuk dat alleen alle partijen samen kunnen oplossen.”