Rotterdam slordig met subsidies
De gemeente Rotterdam verstrekt te gemakkelijk subsidies en houdt te weinig zicht op de besteding ervan. Uit onderzoek blijkt dat 75 procent van alle verstrekte subsidies niet voldoet aan de formele eisen die in de gemeentelijke verordening zijn vastgelegd.
Dat concludeert een externe, onafhankelijke commissie van deskundigen onder voorzitterschap van ChristenUnie-senator E. van Middelkoop die het gemeentelijk subsidiebeleid heeft doorgelicht. In het rapport ”Kant’lend in het tegenlicht: Rotterdamse subsidies onder de loep” wordt gesteld dat te veel subsidies worden verstrekt zonder dat er kritisch naar wordt gekeken. „Dat is een goede reden voor een serieuze heroverweging van de wijze waarop de gemeente de subsidieverlening heeft georganiseerd”, zegt Van Middelkoop.
De commissie heeft 437 subsidies en subsidieregelingen beoordeeld. In totaal is daarmee een bedrag van 109 miljoen euro gemoeid. De commissie heeft de kwaliteit van de subsidies gemeten naar effectiviteit en efficiency. „Een subsidie is efficiënt als met minimale kosten het gewenste resultaat wordt bereikt”, aldus Van Middelkoop. De commissie heeft ook onderzocht of rekening wordt gehouden met de prioriteit die de politiek aan een subsidie heeft gegeven.
Iets meer dan 20 procent van de subsidies voldoet volgens de commissie aan de hoogste kwaliteitseisen; 63 procent van de subsidies is van redelijke kwaliteit, maar komt wel in aanmerking voor verbetering van effectiviteit of efficiency; bij 17 procent van de subsidies is de kwaliteit matig tot onvoldoende.
Van Middelkoop concludeert dat de gemeente geen duidelijk beeld heeft van het effect van de subsidies voor de samenleving. De sturing bij de verstrekking van de financiële middelen is meestal uitbesteed aan gemeentelijke diensten. Die blijken daar zeer verschillend mee om te gaan.
Het subsidiebeleid krijgt van Van Middelkoop een 6,5. „Er moet nog een moderniseringsslag gemaakt worden”, aldus de senator. „De gemeente moet veel scherper formuleren wat ze met de subsidies wil bereiken. In die zin is Rotterdam veel te lui geweest.”
Wethouder N. Janssens (Financiën) wil de aanbevelingen van de commissie overnemen. Ook stelde hij het prettig te vinden dat de adviseurs een beoordelingskader hebben opgesteld waarmee een subsidieaanvraag getoetst kan worden. „Naar mijn mening kan dit systeem de volgende jaren gebruikt worden”, aldus de wethouder.
Janssens stelde daarnaast dat het advies van de commissie aanleiding is om ook de subsidies die de deelgemeenten verstrekken onder de loep te nemen. Het voorstel van de commissie om hoge subsidies voortaan expliciet door het college vast te laten stellen, vond Janssens een goed idee. „Het is goed om daar een apart besluit van te maken.”
Het advies is volgens commissielid A. Vermeulen niet positief of negatief. „Het rapportcijfer is een 6,5. Dat cijfer is te vergelijken met een half glas water. Dat glas is half vol of half leeg. Het is maar hoe je er naar kijkt.”