Schadevergoeding voor Varkensbaai–piloot
Een Amerikaanse rechter heeft donderdag ruim 86 miljoen dollar (66 miljoen euro) schadevergoeding toegewezen aan een vrouw wier vader na de mislukte invasie in 1961 in de Varkensbaai door Cuba werd geëxecuteerd.
De vrouw, Janet Weininger, diende de vordering in op grond van een antiterreurwet, waarbij nabestaanden van slachtoffers van staatsterrorisme voor de Amerikaanse rechter schadevergoeding kunnen eisen. Weininger eiste in eerste instantie een vergoeding van 112 miljoen dollar (86 miljoen euro). Net als in eerdere zaken voerde de Cubaanse regering geen verweer. ‘De inning wordt een afzonderlijke strijd’, zei een van Weiningers advocaten, Leon Patricios.
De vader van Weininger, Thomas Ray, trainde 72 piloten voor de door de CIA op touw gezette invasie door Cubaanse ballingen die het bewind van Fidel Castro omver moesten werpen. De bommenwerper van Ray werd minder dan 48 uur na de eerste landing neergehaald, maar zijn lot bleef een mysterie totdat de Cubaanse regering zijn stoffelijke resten in 1979 vrijgaf. Zes jaar later vernam Weininger van twee Cubanen dat haar vader was geëxecuteerd en dat Castro zijn lijk had bewaard als een bewijs van de Amerikaanse betrokkenheid bij de invasie.