Hoe kunst welzijn van mens met dementie of beperking vergroot
Kunst heeft een positief effect op mensen met een beperking of dementie, zegt orthopedagoog Thea Giesen. Daarom pleit ze voor meer kunst in de dagbehandeling van deze mensen.
Een tekening van een nest om het gesprek te beginnen over iemands jeugd. Het verhaal van het lelijke jonge eendje om jaloezie binnen een woongroep aan te kaarten. Kunst helpt om het welzijn van mensen met een beperking of dementie te vergroten, ontdekte Giesen. Samen met collega Marijke de Mare –als vaktherapeut beeldend werkzaam in de ouderen- en gehandicaptenzorg– schreef ze het boek ”Vitaal door kunst. Sociaal-kunstzinnige dagbehandeling in zorg en welzijn”.
Centraal in het boek staat de methode ”Kracht in contact met kunst” (Kick); een manier om mensen met een beperking of dementie in aanraking te brengen met kunst. Met het boek –dat Giesen een „handboek of studieboek” noemt– inspireren Giesen en De Mare de nieuwe generatie vaktherapeuten.
Wat houdt de Kick-methode in?
„Het is een sociaal-kunstzinnige methode die gebruikmaakt van beeldende middelen. We zetten verhalen en kunst in om een gesprek op gang te brengen, bijvoorbeeld over het gezin waar iemand uitkomt. De methode is bedoeld om het welbevinden van mensen met een beperking of dementie te vergroten.”
Hoe ziet een Kick-sessie eruit?
„De begeleiders beginnen met een verhaal: een sprookje, een natuurbeeld of een biografie van bijvoorbeeld een schilder. Daarna volgt er een gesprek over dit verhaal, waarbij we grotere onderwerpen aansnijden zoals vriendschap, vergeven of feestdagen. Vervolgens een kunstzinnige verwerking. Die moet je afstemmen op de doelgroep: ouderen kunnen bijvoorbeeld niet met klei werken, omdat ze daarvoor de kracht niet meer hebben; voor mensen met dementie is het lastig voorstellingen te tekenen. Na de opdracht volgt er een nabespreking. En aan het einde van de twaalf bijeenkomsten is vaak een expositie van de gemaakte werken.”
Welke aanvulling biedt kunst op wat er nu al aan dagbesteding voorhanden is?
„Een Kick-traject is een vorm van dagbehandeling, geen dagbesteding. Dagbehandeling heeft een therapeutische insteek. Dat vraagt een ander niveau van de begeleiders. Daarom is er een speciale opleiding voor: vaktherapeut beeldend. Deze sessies kunnen niet zomaar door een verzorgende of activiteitenbegeleider worden gegeven. Het leiden van een sessie vraagt behalve vaktechnische kennis ook veel sociale en gespreksvaardigheden: inspelen op de groep die je voor je hebt, voor veiligheid zorgen, een verdiepingsslag aan weten te brengen.”
Het boek onderscheidt vier doelgroepen: ouderen, mensen met een verstandelijke beperking en jonge en oude mensen met dementie. Waarom heeft kunst juist voor deze groepen meerwaarde?
„In die groepen is sprake van cognitieve beperkingen. Beelden komen bij deze mensen makkelijker binnen. Die spreken meer de beleving van iemand aan dan zijn of haar hoofd. Kunst verheft, wordt wel gezegd. Dat geldt zeker voor deze doelgroepen.”
Welke positieve effecten heeft kunst op deze mensen?
„De sfeer in een groep verbetert er vaak van. Er was bijvoorbeeld een groep ouderen in de gehandicaptenzorg die uit zichzelf weinig contact met elkaar maakten. Aan de hand van het sprookje over het lelijke jonge eendje ging het gesprek over het nest waarin ze zelf geboren waren. Toen hoorden ze voor het eerst van elkaar waar ze vandaan kwamen, terwijl ze al heel lang met elkaar in dezelfde woonvorm woonden. Depressieve mensen worden tijdens sessies even boven zichzelf uitgetild. We kunnen dementie of een handicap niet wegnemen, maar het leven wel veraangenamen voor deze mensen. Zelf iets maken, levert mensen een tevreden gevoel op. Wij spreken hen aan op hun mogelijkheden, terwijl de zorg zich richt op wat ze niet kunnen, want daar moeten ze bij worden geholpen. Soms ontdekken mensen iets te kunnen wat ze nooit verwacht hadden. Een paar mensen met dementie zijn zelfs thuis aan het schilderen geslagen.”
Werkt zo’n sessie ook weleens averechts, omdat iemand kritisch is over zijn werk?
„We komen inderdaad mensen met weerstand tegen. Soms mensen die depressief zijn of nooit ergens zin in hebben. Die moet je zien te lokken. Daarom heb je ook psychologie, kennis en kunde nodig voor dit werk.”
Wat voegt dit boek toe aan de sessies die al volop gegeven worden?
„Het is een studieboek voor mensen die de vakopleiding beeldend hebben gedaan. Pas daarna begint het werk. Mensen die van de opleiding afkomen, hebben veel behoefte aan voorbeelden. Die geven we in dit boek. Jonge mensen zijn ontzettend geholpen met een uitgewerkte handleiding voor dit vak. Want dat is het echt: een vak.”