Geweld tegen Indiase christen houdt aan
Christenen in India hebben te maken met gerichte haat vanwege hun geloof. In de eerste helft van 2021 kregen ze te maken met ten minste 145 gevallen van wreedheden.
Dat blijkt uit het rapport van de commissie godsdienstvrijheid van de Evangelical Fellowship of India (EFI) dat vrijdag verscheen. Het geweld varieert van de moord op 3 christenen tot meer dan 20 aanvallen op gebedshuizen. Ook documenteerde de koepel van kerken 20 gevallen van verbanning of sociale uitsluiting van families in landelijke gebieden vanwege hun christen-zijn.
Zoals ook in voorgaande jaren –de EFI brengt halfjaarlijks een rapport uit– voert de centraal gelegen deelstaat Madhya Pradesh de lijst met incidenten aan (30). Ook de naburige staat Uttar Pradesh bleef met 22 gevallen „een gevaarlijke plaats voor christenen.” In de religieus verdeelde regio’s Karnataka en Chhattisgarh werden elk 14 en 13 gevallen vastgesteld.
Naar verwachting ligt het aantal werkelijke incidenten in het Zuid-Aziatische land hoger. De coronapandemie en de maatregelen die daarop volgden, hebben het verzamelen van gegevens in de weg gestaan. Uit onderzoek van de London School of Economics, in opdracht van Open Doors, bleek eerder deze maand dat in 2020 zelfs meer dan 12.000 geweldsplegingen tegen christenen hadden plaatsgevonden.
Alarmerend
Agressie tegen christenen in het overwegend hindoeïstische maar tegelijkertijd multireligieuze India komt voort uit een klimaat van gerichte haat, aldus de EFI. Voor hindoe-extremisten mag een Indiër alleen hindoe zijn. Christenen en moslims zijn als minderheid in het 1,4 miljard inwoners tellende land een makkelijk slachtoffer.
Het gevoel van straffeloosheid onder hindoenationalisten wakkert het geweld tegen christenen en andere minderheden verder aan. In sommige gevallen heulden agenten namelijk samen met de geweldplegers of weigerde de politie een incident te registeren.
De meest alarmerende ontwikkeling is volgens de EFI de uitbreiding en reikwijdte van de beruchte ”Freedom of Religion Acts”, die in de volksmond ook wel bekendstaan als antibekeringswetten. Een aantal door de hindoenationalistische BJP-partij geleide deelstaten scherpte in de afgelopen maanden de regels aan. Deze wetten, die overigens ook gericht zijn tegen moslims, moeten gedwongen of frauduleuze bekeringen voorkomen. In de praktijk worden ze echter vooral gebruikt om bekeringen van het hindoeïsme naar een andere religie tegen te gaan.
Verschillende organisaties in India hebben rechtszaken aangespannen over de geldigheid van zulke antibekeringswetten. De EFI roept de nationale overheid en de deelstaatregeringen van de in het rapport genoemde staten op „om de rechtsstaat en de veiligheid van religieuze minderheden in India te waarborgen.”
Alliantie
De EFI is een nationale alliantie van evangelische christenen in India waarbij meer dan vijftig protestantse kerkelijke denominaties –goed voor meer dan 65.000 gemeenten– zijn aangesloten. Halfjaarlijks brengt de commissie godsdienstvrijheid van de EFI een rapport naar buiten over geweld tegen christenen in het land. Uit het vorige rapport, in januari, kwam naar voren dat in 2020 zo’n 330 christenen in India te maken hadden gehad met haatacties en gericht geweld. De keer daarvoor waren dat er bijna 370. In het rapport over 2019 meldde de EFI 366 geweldsincidenten.
Wereldwijd
Open Doors deed onlangs een oproep tot gebed voor christenen in India in juli en augustus. „In aanloop naar de Onafhankelijkheidsdag in India op 15 augustus komen wij wereldwijd voor hen op en laten we zien wat er echt aan de hand is”, aldus de organisatie. „Onze contacten in India vertellen dat we nu in actie moeten komen.” Open Doors deelt in de komende weken op sociale media filmpjes van geweld tegen christenen.