Sharon verlicht druk op Palestijnen
De Israëlische premier Ariel Sharon is voorlopig afgestapt van zijn eis dat de Palestijnse Autoriteit de radicale Palestijnse groepen aanpakt – de voorwaarde die hij steeds gesteld heeft aan hervatting van het vredesproces. Donderdagavond zei hij in een redevoering dat hij nog steeds wil dat de gewapende Palestijnse groepen worden ontmanteld, maar dat een offensief tegen hen „gecompliceerd" zou zijn. Daarom wil hij er genoegen mee nemen dat de Palestijnse leiders proberen een eind te maken aan stemmingmakerij tegen Israël. Het stoppen van giftige propaganda op de Palestijnse televisie en in de media en demonisering van Israëliërs en joden in het Palestijnse onderwijs ligt wel in de macht van de Palestijnse Autoriteit, zei Sharon.
Volgens de krant Yediot Ahronot betekenen Sharons uitlatingen dat de Palestijnse Autoriteit niet meer onder druk wordt gezet om de gewapende groepen de totale oorlog te verklaren, wapens in te zamelen of bestuurlijke hervormingen door te voeren.
De Palestijnse interim-leider Mahmoud Abbas zei in een reactie dat de aanpak van de radicale groepen aan de orde moet komen bij toekomstige contacten met Israël. „Wij hebben ons aandeel te verrichten, maar zij (de Israëliërs) meer", zei hij.
Sharons verzoenende toon hangt samen met internationale inspanningen om het vredesproces na de dood van Yasser Arafat in een sfeer van nieuwe hoop te doen herleven. Volgende week worden de ministers van buitenlandse zaken van de Verenigde Staten, Rusland, Groot–Brittannië en andere Europese landen in de regio verwacht.
Abbas heeft de afgelopen dagen in Gaza-stad met de verschillende Palestijnse facties, waaronder de Hamas, onderhandeld over de verkiezingen van 9 januari en hun eventuele bereidheid om in de aanloop daar naartoe een bestand in acht te nemen. Abbas zei dat de besprekingen goed zijn verlopen, maar of hij enige toezegging heeft gekregen blijft onduidelijk. Hij zei te geloven dat iedereen het met hem eens is dat er een eind moet komen aan de „wapenchaos" en dat er toezicht moet komen op gewapende groepen.