Kerk & religie

Meditatie: Hebt u het voor Mij gedaan?

In de tijd van de profeet Zacharia onderhield het volk Israël verschillende vastendagen. Het waren dagen die de herinnering aan diverse aangrijpende gebeurtenissen rond de val van Jeruzalem levend hielden. De stad en de tempel waren toen verwoest en het volk was voor een groot deel in ballingschap gevoerd. Een catastrofale tijd, waarin Gods straffende hand diepe wonden had geslagen in de harten van de mensen.

Ds. C. Cornet, Nieuw-Balinge
22 July 2021 22:21
beeld RD
beeld RD

Maar de tijd heelt de wonden. En zo komt het dat circa 70 jaar na deze verschrikkelijke gebeurtenissen de vraag rijst: „Waarom doen we dit eigenlijk nog?” De vraag spitst zich toe op de vastendag die de herinnering aan de verwoesting van de tempel levend houdt. Dat is de vastendag in de vijfde maand (Zach. 7:3). Wordt het niet tijd om deze gewoonte te herzien? Er wordt al jaren hard aan het herstel van de tempel gebouwd!

Een actuele toepassing hierbij is of wij als gelovigen, en als kerken, nog wel moeten treuren en bidden vanwege Gods bestraffing of kastijding met het coronavirus. Nee, we zijn geen 70 jaar na de uitbraak van het virus in Nederland. Wel ongeveer 70 weken. Maar intussen hebben we de situatie toch al een heel eind onder controle? De kerken worden weer voller. Er is steeds meer mogelijk in de samenleving. Moeten we dan blijven treuren en blijven bidden?

Laten we luisteren naar het antwoord dat de Heere via Zacharia aan het volk Israël geeft. Hij stelt de Heere een wedervraag. Vers 5 in eigen woorden: „Jullie vragen wel naar het vasten, of die vastendag nog wel in ere moet worden gehouden, maar wat waren eigenlijk jullie motieven om te vasten? Hebt u het voor Mij gedaan?”

Deze vraag blijkt een schot in de roos. Want hij brengt de geestelijke armoede aan het licht van het Joodse volk. De mensen treurden wel om de gevolgen van hun zonden, maar niet om hun zonden zelf. Dan kan het heel wat lijken: een dag neergebogen in het stof zitten en je eten laten staan. Denkend aan vroeger, toen de prachtige tempel er nog stond. Maar ontbreekt er de hartelijke droefheid, omdat het míjn zonden zijn die Gods eer aantasten, die God tot straffen dwongen, dan is het slechts een vormengodsdienst.

Een ontdekkende vraag, toen en nu! „Hebt u het voor Mij gedaan?” Toegespitst op de tijd van corona: we weten dat corona véél verdriet heeft gebracht. Door ziekte, door werkloosheid, door overlijden van geliefden. Er is veel gebeden. Persoonlijk, in de kerken en ook wel gezamenlijk als kerken. Maar hebben wij ons ook bekeerd? En met het oog op wie en wat hebben wij vervolgens gebeden? Ging het ons allereerst om onze persoonlijke situatie, van gezondheid, inkomen, godsdienstige tradities, of ging (en gaat) het ons allereerst en allermeest om Gods eer?

Deze vragen wijzen ons de weg van verootmoediging en bekering. Die houding vinden we van nature niet in onszelf. Die kunnen we onszelf ook niet aanleren. Hiervoor is het werk van de Heilige Geest onmisbaar. Hij is het Die ons moet ontdekken aan onze holle vormen, ook al zitten we inmiddels weer in steeds vollere kerken. Om de komst en werking van de Geest bidden én danken wij God in Jezus’ Naam.

„Toen gij vasttet en rouwklaagdet (…), hebt gijlieden Mij, Mij enigszins gevast?” - Zacharia 7:5

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer