Aftrap VN-jaar van het microkrediet
Microkredieten, kleine kredieten van soms maar 50 dollar die in ontwikkelingslanden worden verstrekt, zijn een succesvolle manier om armoede tegen te gaan.
Om meer aandacht voor het onderwerp te krijgen, hebben de Verenigde Naties het jaar 2005 uitgeroepen tot het jaar van het microkrediet. Donderdag werd daarvoor de aftrap gegeven, in Nederland in het beursgebouw in Amsterdam.
Vanuit een hutje in een krottenwijk in Nairobi runt een vrouw een bescheiden winkel. De vrouw heeft het zaakje kunnen opzetten met hulp van een kleine lening. Een vetpot is het zeker niet, maar ze kan er van leven. Er blijft zelfs voldoende geld over om de lening af te lossen. Eens per week komt er een functionaris op de motor langs die een paar dollar in ontvangst neemt.
Het winkeltje van de vrouw laat zien dat zogeheten microkredieten arme mensen aan een beter bestaan kunnen helpen.
Microkredieten zijn. Voor de leningen komen kleine ondernemers in aanmerking, zoals winkeliers, marktkooplui of timmermannen.
Stijn Albregts is voorzitter van het Nederlands Platform Mircofinanciering en heeft enkele tientallen jaren in ontwikkelingslanden gewerkt. Hij is overtuigd van het nut van microkredieten en somt legio succesverhalen met gemak uit zijn mouw. „Als een ding de afgelopen jaren is gebleken, dan is het wel dat microkredieten werken en duurzaam zijn”, zegt hij.
Volgens Albregts konden door het verstrekken van microkredieten over de hele wereld ongeveer zeventig miljoen mensen worden bereikt. Vergeleken met de een miljard mensen die nog in armoede leven, lijkt dat misschien weinig. Het cijfer onderstreept in elk geval dat de schaal waarop microkredieten worden verstrekt, moet worden vergroot, aldus de voorzitter van het platform.
In Nederland zijn tal van organisaties betrokken bij het verstrekken van microkredieten. Samen hebben ze ongeveer 200 miljoen euro aan kredieten uitstaan. De meeste ervaren club is Oikocredit, een vereniging die met particulier belegd kapitaal krediet verleent en zich sterk maakt voor ’sociaal-ethisch beleggen’. Ook zogeheten medefinancieringsorganisaties als Novib en Cordaid zijn actief. Ze werken in ontwikkelingslanden samen met plaatselijke organisaties, die de lokale bevolking beter kunnen bereiken en begeleiden.
In zakelijk opzicht wijken een gewoon krediet en een microkrediet niet veel van elkaar af, zegt Albregts. Er moeten harde afspraken worden gemaakt en de mensen die de leningen krijgen moeten een onderpand geven, bijvoorbeeld een ring. „Dat werkt prima. Vroeger hadden armen nogal eens de naam een onbetrouwbare partner te zijn. Dat beeld klopt niet. Ze zijn net zo betrouwbaar als een doorsnee bedrijf.” Natuurlijk gaat het wel eens mis. Soms worden microkredieten niet terugbetaald of wordt er niet hard genoeg onderhandeld. „Maar over de hele linie snijdt deze methode hout.” Albregts is blij dat ook commerciële banken in ontwikkelingslanden steeds meer belangstelling krijgen voor microkredieten. „Mede hierdoor kunnen de bovenlaag en de onderkant van een samenleving naar elkaar toe groeien. Bovendien kunnen deze banken als de zaken goed gaan grotere leningen gaan verstrekken, zodat mensen hun zaak kunnen uitbreiden. Op die manier kan de ontwikkeling van een arm land verder gestalte krijgen.”
Prinses Màxima is overigens op uitnodiging van de Verenigde Naties toegetreden tot de Groep van Adviseurs voor het Internationale Jaar van het Microkrediet 2005. Zij is deze week in het hoofdkwartier van de VN New York bij de officiële lancering van het Jaar en de eerste plenaire vergadering van de Groep van Adviseurs.
De prinses is voor deze functie gevraagd vanwege haar bank-ervaring in opkomende markten en kennis op het gebied van economie. Daarnaast kan zij als prinses een bijdrage leveren aan een toename van de bekendheid van microkrediet als middel in de strijd tegen armoede in de wereld.
De Groep van Adviseurs zal het komende jaar fungeren als een denktank op het gebied van microkrediet. De Groep van Adviseurs heeft zeventien leden, allen oorspronkelijke afkomstig uit de financiële sector. Naast Màxima hebben twee andere Nederlanders zitting in de groep: Marilou van Golstein Brouwers, directeur Internationale Fondsen bij Triodos Bank, en Diederik Laman Trip, bestuursvoorzitter van ING Nederland.