CDA begint na rapport-Spies aan race tegen de klok
De malaise zit diep bij het CDA, blijkt uit het zaterdag gepresenteerde rapport-Spies. Worden de breuken op tijd geheeld?
Interim-partijvoorzitter Marnix van Rij benadrukte het keer op keer. Ja, het zaterdag gepresenteerde rapport-Spies was uiterst pijnlijk, maar er was een lichtpuntje. Op een steenworp afstand van de plek waar de commissie-Spies haar bevindingen zaterdag uit de doeken deed, was de Tweede Kamerfractie van de partij in mei al bijeengekomen voor een strategieberaad.
De Kamerleden zaten op één lijn. Eén voor één zouden ze in een nota laten zien waar de partij voor stond. Het nieuwe Kamerlid Derk Boswijk was vorige week de eerste. Laat boeren vaker de rol van natuurbeheerder op zich nemen, stelde hij voor. Als ze daar netjes voor betaald krijgen, kunnen ze toe met een kleinere veestapel. Ziedaar de oplossing voor de stikstofproblematiek.
Andere nota’s zijn volgens Van Rij in de maak.
Smoezelig
Het is waar; aan praktische voorstellen, die duidelijk herleidbaar zijn tot de CDA-beginselen, is dringend behoefte, zo valt met zoveel woorden te lezen in Spies’ rapport. Dergelijke stukken kunnen de duidelijkheid bieden die tijdens de campagne zo node werd gemist.
Toch lijkt het voorbarig om te denken dat het lek boven is als de CDA-standpunten voortaan nog uitgesprokener zijn. De governance in het CDA is „smoezelig”, zei Spies zaterdag in haar presentatie. Daardoor is er geen regie over het geheel.
De rammelende organisatiestructuur is volgens haar echter niet dé oorzaak voor de malaise, evenmin als de ongelukkige keus voor het uitschrijven van een lijsttrekkersverkiezing. Uiteindelijk is dat toch vooral de verdeeldheid binnen het CDA. Vandaar haar aanbeveling: de eenheid moet dringend worden hersteld, anders staan ook de opvolgers van het zaterdag opgestapte bestuur voor een onmogelijke klus.
Lakmoesproef
Het verenigen van de partij gaat de krachten van de Kamerfractie natuurlijk ver te boven. Het appel om een streep te zetten onder het verleden gaat vooral de leden aan. Het ledencongres van 11 september, afgedwongen door de stichting Sociale Christendemocratie, geldt zodoende als een eerste lakmoesproef. Durven de CDA’ers dan vooruit te blikken of krijgen de stemmen die vinden dat er na Spies I een Spies II moet komen de overhand?
Uit het kamp Overijssel is nu al te horen dat Spies zich onomwonden had moeten uitspreken voor de zo vurig door Omtzigt bepleite ombudsmanpolitiek. Anderen vinden dat de commissie de ‘McKinsey-achtige’ campagne van politiek leider Wopke Hoekstra in veel fellere bewoordingen had moeten veroordelen én missen een scherpe veroordeling van de dubbelrol van geldschieter Hans van der Wind. Hij leidde de fondsenwervingscommissie, maar zat ook in het campagneteam. Spies doet dat af met de aanbeveling dat „dubbele verantwoordelijkheden” onwenselijk zijn.
Deze kritische leden zullen hun neiging om het rapport-Spies nog eens over te doen op 11 september moeten bedwingen. Het gevaar dat de vlam in de pan slaat, is anders reëel. Daar komt nog bij dat fractie later dit jaar moet kiezen: weer de coalitie of toch de oppositie in? Die vraag biedt stof voor een nieuw conflict.
Eén ding staat dan ook vast: de afdelingsvoorzitters die de komende weken hun stinkende best gaan doen om de boel bij elkaar te brengen, beginnen aan een race tegen de klok. Niet de eerste, maar de zoveelste in de geschiedenis van het CDA.