Dat blijkt uit onderzoek van G. Stevens. Zij promoveerde woensdag aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op een onderzoek naar de mentale gezondheid van Marokkaanse jeugd in Nederland.

De promovenda constateert wel dat Marokkaanse jongens vanaf 11 jaar minder steun van hun ouders krijgen dan hun zusjes en jongere broertjes. Dat verminderde toezicht kan leiden tot probleemgedrag en emotionele problemen. Volgens Stevens is het belangrijk dat ouderen hun opgroeiende zonen goed volgen, wat betreft uitgeefgedrag, omgang met vrienden en schoolprestaties.

Jongeren die geregeld liefde ontvangen van hun ouders vertonen relatief weinig problemen. Bij Marokkanen die veel worden gestraft, is dat juist precies andersom.

Ook concludeert Stevens dat betrokkenheid met Nederlanders van invloed is. Zo lopen Marokkaanse meisjes die zich verbonden voelen met zowel Nederlanders als met Marokkanen meer risico op conflicten met hun ouders, wat weer leidt tot emotionele en gedragsproblemen. De promovenda pleit voor vervolgonderzoek.