In Karinthië is boer steeds vaker kruidenier
Hoe zou het zijn als er geen Lidls, Billa’s en Spar-winkels zouden zijn, maar als we aangewezen waren op datgene wat de regio voortbrengt?
Een intrigerende vraag, waarop we in Karinthië mondjesmaat het antwoord krijgen. Steeds meer mensen kopen bij de boerderij producten die ter plaatse zijn gekweekt en bewerkt, en dat kopen gaat tegenwoordig anders dan vroeger. De lokaal gelegde eieren liggen niet meer op krakkemikkige kraampjes langs de weg. En de salami, gemaakt door de boerin zelf, komt niet meer uit de privékoelkast van de boerderij.
De overheid bemoeit zich er namelijk mee en steekt grote sommen geld in de direct-marketing van regionale waar. Met forse subsidies schieten moderne zelfbedieningswinkels bij de boer en in de dorpen uit de grond. In Karinthië zijn het er inmiddels meer dan 300.
Neem Liebenfels, een gemeente van iets meer dan 3000 inwoners, een kilometer of 20 boven Klagenfurt. Het plaatsje telt sinds kort twee nieuwe ”Selbstbedienungshütten” waar lokaal geproduceerde waren verkrijgbaar zijn. In de modern ogende winkeltjes zoek je tevergeefs diepvriespizza’s, blikjes Red Bull en kiwi’s. Boter, kaas en eieren vind je er natuurlijk wel. Maar in de automaten ligt veel meer: muesli, forel, brood, spek, vruchtensap, jam, ”Schweinsbraten”; je zou ervan kunnen leven.
De prijzen van al die ”einheimische” lekkernijen laten je de eerste keer wel even de wenkbrauwen fronsen. „Bij de Lidl betaal ik de helft voor hetzelfde”, denk je met een bezwaard gemoed. En dan, calculerend: „Maar als we hier kopen, kan er misschien iets af van onze maandelijkse donatie aan die natuurbeschermingsorganisatie.”
Niet langer goedkope producten van over de hele wereld laten aanrukken voor jouw genoegen en vervolgens je gewetensbezwaren afkopen met een maandelijkse gift aan een club, die hopelijk herstelt wat jij met je consumeren hebt veroorzaakt. Gewoon plaatselijk kopen, desnoods tegen een hogere prijs. Eerlijk is kennelijk het duurst. Dát is de afweging die steeds meer Oostenrijkers maken, en die resulteert in het voordeel van het plaatselijke product.
De beweegredenen van de overheid om de winkels te subsidiëren zijn duidelijk: stimuleren van de lokale producenten (en daardoor ook minder afhankelijk zijn van andere deelstaten en landen) en het verlevendigen van dorpskernen, waar het leven grotendeels was uitgevloeid door de komst van supermarkten in de grote plaatsen.
Sommige supermarkten reageren door een klein deel van hun schapruimte te vullen met lokaal geproduceerd vlees, worst, kaas en Schnaps. De Lidls en de Hofers (zo heet de Aldi in Oostenrijk en Slovenië) betrekken zoveel mogelijk producten uit Oostenrijk zelf en slaan zich daarover in reclame- en marketingcampagnes heel hard op de borst. In het district Sankt Veit an der Glan, waar de gemeende Liebenfels deel van uitmaakt, heeft iemand anoniem aangifte gedaan tegen meerdere zelfbedieningswinkels vanwege de openingstijden. Het vermoeden is dat het hier om een eigenaar van een supermarkt gaat…