Simon van der Burg, die na de zomer aan de slag gaat als ambassadeur in Bulgarije, wordt niet vervangen en het ‘Bureau van de Ceremoniemeester’ wordt opgeheven. Het takenpakket is ondergebracht bij andere afdelingen van het hof, zoals de algemeen secretaris, de hofmaarschalk en de adjudanten.

De functie van ceremoniemeester bestond in de huidige opzet sinds het aantreden van koningin Beatrix in 1980. De functionarissen werden doorgaans geleend van Defensie of Buitenlandse Zaken, om daar na een aantal jaren weer terug te keren. Zo was Van der Burg voor zijn aantreden in 2017 werkzaam als consul-generaal in Ho Chi Minh-stad (Vietnam).

In een toelichting op de website van het Koninklijk Huis staat dat het schrappen van de functie van ceremoniemeester geen bezuinigingsoperatie is, maar een stroomlijning van de hofhouding. Het is ook niet de eerste aanpassing. Koning Willem-Alexander heeft sinds zijn aantreden in 2013 de hofhouding op meer punten anders ingericht dan zijn moeder koningin Beatrix. Zo heeft hij een aantal persoonlijk adviseurs aangesteld, onder wie ook iemand die zijn speeches voorbereidt, en kwam er meteen een directeur ICT.

Willem-Alexander krijgt volgens de ‘Begroting van de Koning’ 5,1 miljoen euro voor persoonlijke en materiële uitgaven. De hofhouding wordt daaruit betaald, evenals de afgelopen jaren de restauratie van de Gouden Koets. De koning kan zelf bepalen hoeveel iedereen krijgt en als hij overhoudt, hoeft het niet te worden teruggegeven. Toen hij de persoonlijk adviseurs aanstelde, is daarvoor ruimte gevonden binnen de begroting. Het salaris dat wordt uitgespaard door het niet vervangen van de ceremoniemeester kan elders worden ingezet.