Duitsland bewaakt Joodse instellingen
Na antisemitische incidenten in Frankrijk en België heeft de Duitse regering dinsdag opdracht gegeven veiligheidsmaatregelen rond Joodse instellingen, monumenten en begraafplaatsen nog eens na te lopen. Dat de maatregel niet overbodig is, bleek in Berlijn, waar twee orthodoxe Joden bij het verlaten van een synagoge werden mishandeld.
Volgens de Duitse politie werden de twee, die door hun kleding en haardracht duidelijk herkenbaar waren als orthodoxe Joden, op de Kurfürstendamm in Berlijn aangevallen door een groep van zeven lieden met een „zuidelijk” uiterlijk. De daders ontkwamen. De Joodse gemeenschap in Duitsland toonde zich ontzet over het incident.
De Duitse minister van Binnenlandse Zaken, Otto Schily, zei eerder dat zich nog geen nieuwe antisemitische incidenten in Duitsland hadden voorgedaan, maar riep de regeringen van de deelstaten ertoe op niettemin waakzaam te zijn. Sinds de terreuraanslagen van 11 september in de Verenigde Staten worden veel Joodse instellingen in Duitsland al extra bewaakt. In oktober 2000 werd een synagoge in Düsseldorf lichtbeschadigd door brandbommen.
De vice-oorzitter van de Centrale Raad voor Duitse Joden, Michel Friedman, zei dinsdag dat „het conflict in het Midden-Oosten een geschil is tussen Israël en de Arabische landen. Als zij dit conflict het hele Jodendom aanrekenen, toont dat het werkelijke gezicht van de fanatieke islamieten. Zij zien Israël uiteindelijk het liefst in zee verdwijnen en beschouwen het Jodendom wereldwijd als vijand nummer één”, aldus Friedman.
Vandalen vernielden dinsdag een paviljoen op een Joodse begraafplaats bij het Franse Straatsburg, daags nadat op verschillende plaatsen in Frankrijk synagogen en andere Joodse doelen waren aangevallen. Het dak en het grootste deel van de muren van het paviljoen in Schiltigheim stortten in. In een synagoge in het Brusselse Anderlecht brak in de nacht van zondag op maandag een kleine brand uit nadat er molotovcocktails naar binnen waren gegooid.
Naar aanleiding van het uitbranden van een synagoge in Marseille en andere voorvallen zei premier Lionel Jospin dat het heel moeilijk is permanente veiligheid te garanderen voor alle plaatsen die door leden van de Joodse gemeenschap worden bezocht. Hij wees erop dat Frankrijk de grootste Joodse gemeenschap van Europa en een van de grootste Arabisch-islamitische gemeenschappen van het Europese vasteland heeft. In een verwijzing naar het oplaaiende geweld in het Midden-Oosten zei hij: „We moeten dit geweld niet importeren.” Na de brandstichting in de Or Aviv-synagoge in Marseille stelde de Franse regering bij Joodse religieuze centra en scholen in het hele land politiebewaking in.
Een ander teken dat de spanningen uit het Midden-Oosten naar Frankrijk dreigen over te slaan was een handgemeen op de Parijse luchthaven Orly tussen pro-Israëlische en pro-Palestijnse demonstranten die de boerenactivist José Bové stonden op te wachten. Bové, een antiglobalist, en tien anderen waren door Israëlische militairen aangehouden wegens het betreden van verboden militair gebied en het land uitgezet.
Het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken ontbood de Franse ambassadeur in Israël om de bezorgdheid van Israël te uiten over de aanvallen op Joodse doelen in Frankrijk.
Voorzitter Prodi van de Europese Commissie heeft dinsdag krachtig de jongste aanslagen op Joodse doelwitten in Europa veroordeeld. „Geen enkele vernedering kan een moreel alibi vormen voor acties tegen onschuldige en ongewapende burgers. Geen enkele frustratie kan een opleving van het antisemitisme goedpraten”, aldus een in Brussel verspreide verklaring.
Prodi noemde Europa „het vaderland van alle minderheden”, dat in deze wereld het sterkste alle pogingen tot welke discriminatie dan ook „niet wil en mag tolereren.”