Deelname transgender atleet aan Olympische Spelen roept discussie op
Het bericht dat de 43-jarige Laurel Hubbard uit Nieuw-Zeeland als eerste transgender atleet aan de Olympische Spelen deelneemt, liet vorige maand wereldwijd stof opwaaien.
Hoe gelijk moet de behandeling van transgenders zijn in een segment als de sport? Die vraag ligt onder een vergrootglas nu Hubbard de Nieuw-Zeelandse vrouwen tijdens de Olympische Spelen in Tokio mag vertegenwoordigen. De gewichtheffer ging de eerste 35 jaar als man door het leven, nam als Gavin Hubbard deel aan wedstrijden bij de mannen, maar bereikte nooit de internationale top. Na een geslachtsverandering bleek Hubbard, die inmiddels Laurel heet, bij vrouwen wel op het allerhoogste niveau mee te kunnen doen. Tijdens het wereldkampioenschap in 2017 werd de gewichtheffer tweede in de superzwaargewichtsklasse.
Hubbards deelname is mogelijk sinds het Internationaal Olympisch Comité (IOC) in 2015 veranderingen in de transgenderrichtlijnen doorvoerde. Vrouwelijke transgenders die als man zijn geboren kunnen in de vrouwencategorie meedoen als het testosteronniveau minstens twaalf maanden onder een bepaald niveau zit. Voor sporters die als vrouw geboren zijn, maar in de mannencategorie willen spelen, gelden geen aanvullende voorwaarden.
Inmiddels spreken atleten overal ter wereld hun frustratie uit. Ze zeggen niets tegen transgenders te hebben, maar vinden vooral dat Hubbards deelname niet eerlijk is. „Iedereen die gewichtheffen op hoog niveau heeft beoefend, weet dat deze specifieke situatie oneerlijk is voor de sport en de atleten”, aldus de Belgische rivaal Anna Vanbellinghen, die Hubbards deelname een „slechte grap” noemt. Volgens olympisch winnaar Tracey Lambrechts uit Nieuw-Zeeland is het einde van de vrouwensport in zicht als vrouwen het moeten opnemen tegen biologische mannen.
Transgendersporters zeggen daarentegen dat mensen de fysiologie van een geslachtsverandering moeten begrijpen en verder moeten kijken dan vooroordelen. „Transvrouwen zijn vrouwen”, is de leus. Een veelgehoord argument is ook dat sport draait om natuurlijk voordeel. Transgender-zijn is zo gezien een nieuw element op deze lijst, zoals een andere sporter voordeel van grote voeten kan hebben.
Het kan de Britse sportcolumnist Tanya Aldred niet overtuigen. „Door gender en sekse door elkaar te halen, ondermijnen we de reden waarom we geslachtscategorieën in de sport hebben: het mannelijke prestatievoordeel”, schreef hij in The Guardian. „Zonder een aparte categorie voor vrouwen zouden er geen vrouwen bij de Olympische Spelen zijn.”
Feit is dat het IOC onlangs om de nieuwe transgenderrichtlijnen onder vuur kwam te liggen, nadat een aantal wetenschappelijke artikelen precies dit element naar voren bracht. Transvrouwen die als jongen de puberteit hebben ondergaan, blijken aanzienlijke lichamelijke voordelen te houden, zoals een hogere spiermassa en hogere peesstijfheid.