Binnenland

Halsema biedt excuses aan voor rol Amsterdam in slavernijverleden

Burgemeester Femke Halsema heeft namens het stadsbestuur van Amsterdam excuses aangebonden voor de rol die de hoofdstad heeft gespeeld in het slavernijverleden. Ze deed dat tijdens de nationale herdenking van de afschaffing van de slavernij in het Amsterdamse Oosterpark.

ANP
1 July 2021 13:57Gewijzigd op 1 July 2021 14:01

„Voor de actieve betrokkenheid van het Amsterdamse stadsbestuur bij het commerciële systeem van koloniale slavernij en de wereldwijde handel in tot slaaf gemaakten bied ik, namens het college van burgemeester en wethouders, excuses aan”, zei Halsema.

De burgemeester zei in haar toespraak dat „geen enkele nu levende Amsterdammer schuld heeft aan dat verleden”. Het stadsbestuur wil daar wel verantwoordelijkheid voor nemen, want dat staat „in een niet-onderbroken lijn met het bestuur van haar voorgangers”, legde de burgemeester uit. „Ook met die regenten en burgemeesters, wier handelen wij verafschuwen.” Volgens Halsema is het tijd „om het grote onrecht van de koloniale slavernij te metselen in de identiteit van onze stad. Met een ruimhartige en onvoorwaardelijke erkenning.”

Amsterdam is de eerste gemeente in ons land die formeel excuses maakt. Ook Utrecht, Den Haag en Rotterdam overwegen dit te doen. Britse steden als Londen, Liverpool en Chicago en Charleston in de Verenigde Staten gingen Amsterdam al voor. De excuses van Halsema werden met applaus en gejuich ontvangen.

De gemeenteraad stemde twee jaar geleden in met een initiatiefvoorstel dat opriep namens Amsterdam excuses te maken voor het slavernijverleden. Daarop volgde een onderzoek door het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. De belangrijkste conclusie was dat het bestuur van Amsterdam direct, wereldwijd, grootschalig, veelzijdig en langdurig betrokken was bij slavenhandel en slavernij.

„Deze geschiedenis heeft een erfenis achtergelaten in onze stad”, zei Halsema in haar toespraak. Die erfenis is „groots en zichtbaar” in de historische grachtengordel en de rijkdom van kunst in de stad. „Veel minder zichtbaar - en lang genegeerd - in de uitbuiting toen en de ongelijkheid van nu”, aldus de burgemeester.

Eerder op de middag overhandigde een adviescollege een rapport aan demissionair minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren. Hierin staat dat Nederland de slavernij en de slavenhandel waar Nederlanders zich tot 1863 schuldig aan maakten, moet erkennen als misdrijven tegen de menselijkheid en excuses daarvoor moet maken. „Deze adviezen zijn belangwekkend en niet mis te verstaan”, reageerde Ollongren tijdens de herdenking. „Daar kunnen we niet omheen.” Ze noemde het noodzaak om „ons verleden onder ogen te zien”. Tegelijkertijd benadrukte ze hoe belangrijk het is om racisme en discriminatie in onze tijd tegen te gaan. „Er is nog een lange weg te gaan.”

Naar het slavernijverleden kunnen we volgens de minister alleen „met afschuw, berouw en schaamte” kijken. Ze sloot haar toespraak af met een pleidooi om „niet tegenover, maar naast elkaar te staan.”

De roep om excuses is er al lange tijd. Demissionair premier Mark Rutte gaf vorig jaar nog aan daar niet voor te voelen. Hij zei dat dit het maatschappelijk debat nu niet verder helpt, maar eerder zal leiden tot polarisatie. In 2013 betuigde de Nederlandse regering wel „diepe spijt en berouw” over het Nederlandse slavernijverleden. Ook in 2001 betuigde het toenmalige kabinet al diepe spijt, maar excuses kwamen er niet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer