Ds. Osinga: Hervormde evangelisatie bood vaak onderdak aan orthodoxe kerkleden
Kerkgangers die zich in hun gemeente niet thuis voelden, bijvoorbeeld vanwege een vrijzinnig klimaat, maar niet wilden breken met de Nederlandse Hervormde Kerk. In talloze plaatsen kwamen ze op zondag samen in een eigen gebouw. Ds. T. T. Osinga promoveert donderdag op een studie naar deze evangelisaties.
„Wij binne fan it lokaal.” Dat kreeg ds. Osinga (69) meer dan eens te horen van gemeenteleden nadat hij in 1995 was bevestigd als predikant van de hervormde gemeente te Garyp in combinatie met Oudega (Smallingerland) Het lokaal, zo werd de vroegere hervormde evangelisatie in het Friese Oudega kortweg genoemd.
Het herinnerde de predikant –tot 1995 leerkracht in het basisonderwijs– eraan dat zijn ouders ook ooit bij een hervormde evangelisatie waren aangesloten. „Mijn vader had een aantal jaren als arbeider in het Friese Bozum gewerkt. Daar gingen mijn ouders op zondag naar de evangelisatie. Toen ik een jaar of vijf was, zijn ze verhuisd naar de Noordoostpolder, waar ze zich aansloten bij een hervormde gemeente. Het gezin van mijn vrouw was in Oosterlittens eveneens bij de evangelisatie betrokken.”
In boeken over de Nederlandse kerkgeschiedenis kwam ds. Osinga de evangelisaties nauwelijks tegen. Het stimuleerde hem tot een promotiestudie over ”Hervormde evangelisatieverenigingen in Nederland 1855-1951”. Donderdag verdedigt hij zijn proefschrift aan de Protestantse Theologische Universiteit te Groningen.
Wat is de oorsprong van de hervormde evangelisatieverenigingen?
„Ik heb gekeken naar 244 evangelisatieverenigingen die onder meer in hun naam of statuten naar de Nederlandse Hervormde Kerk verwezen. Het merendeel bevond zich boven de grote rivieren en was orthodox, in circa 87 procent in lijn met de Confessionele Vereniging of de Gereformeerde Bond. Daarnaast waren enkele evangelisaties, zoals die in Hilversum, Bussum en Bilthoven, tot de ethische richting te rekenen.
In veel gevallen ging het zoals in Bozum. De evangelisatie ontstond als reactie op vrijzinnigheid in de plaatselijke hervormde gemeente. Mensen bleven lid van die gemeente, maar werden ook lid van de evangelisatievereniging. Op zondag bezochten ze de diensten van de evangelisatiepost, waaraan vaak een godsdienstonderwijzer of evangelist was verbonden.
In Andijk ontstond een evangelisatie nadat Friezen in de crisisjaren voor de Tweede Wereldoorlog naar Noord-Holland waren verhuisd vanwege werk. Ze hoorden in Andijk niet het evangelie van kruis en opstanding waarmee ze vertrouwd waren en richtten daarom een evangelisatie op.
In een kleiner aantal gevallen ontstonden evangelisaties vanwege de geografische of sociale afstand tot de dichtstbijzijnde gemeente. Dat zag je bijvoorbeeld in de omgeving van Emmen. Er was een sociale afstand tussen de autochtone bevolking en de arme turfarbeiders in de omliggende dorpen.
Ten noorden van Drachten ontstond begin twintigste eeuw een dergelijke evangelisatie. Toen ds. J. A. Visscher in 1903 predikant werd in Rottevalle kreeg hij van zijn kerkenraad te horen dat hij maar niet te veel naar de heidestreken in de omgeving moest gaan, maar hij dacht: daar moet ik juist wél zijn. Hij wilde de arme bevolking niet alleen het Evangelie verkondigen, maar hen ook in sociaal opzicht vooruithelpen. Dat leidde in 1906 tot de evangelisatie Noord-Jeruël in Houtigehage.”
In welke periode ontstonden de meeste evangelisaties?
„In de tweede helft van de negentiende eeuw kwamen ze op. Tot ongeveer 1888 werden er gemiddeld twee per jaar gesticht. Daarna verdubbelde dat naar vier. Daarbij zal meespelen dat nogal wat orthodoxe hervormden waren meegegaan met de Doleantie, waardoor sommige gemeenten vrijzinniger werden. In 1893 werd de Bond voor Evangelisaties in en ten bate van de Nederlandsche Hervormde Kerk opgericht. Vanaf 1940 werd de groei landelijk gezien minder en ontstond er gemiddeld nog één evangelisatie per jaar.”
Waarom kozen de verenigingen voor de aanduiding evangelisatie?
„De oudste verenigingen ontstonden in een tijd dat bijna elke Nederlander nog lid was van een kerk. Ze hielden zich niet bezig met evangeliseren zoals we dat tegenwoordig kennen. Het doel van de meeste verenigingen was de orthodoxe boodschap te verbreiden en de plaatselijke hervormde gemeente in orthodoxe richting te leiden. De leden kwamen meestal samen in een gebouw dat gaandeweg ”de evangelisatie” werd genoemd.”
Hoe ontwikkelden de evangelisaties zich in de loop der jaren?
„Soms kreeg een hervormde gemeente na verloop van tijd weer een orthodoxer karakter, zoals in Midwolda. De leden van de evangelisatie gingen dan op zondag weer naar de kerk en de evangelisatie werd opgeheven of leidde een slapend bestaan.
Bij het opstellen van de Hervormde Kerkorde van 1951 vormden de evangelisaties een van de netelige kwesties. Het streven was hen op te nemen in de kerk. In 1951 bestond zo’n 80 procent van de 244 evangelisaties die ik heb onderzocht nog, maar daarna is er een proces op gang gekomen waarin ze steeds meer werden geïncorporeerd in de kerk, al dan niet als buitengewone wijkgemeente.
Dit proces gaat nog steeds door. Zo is de hervormde evangelisatie De Kandelaar in Kollum de achterliggende jaren geïntegreerd in de lokale protestantse gemeente.” Ds. Osinga haalt een knipsel uit het Friesch Dagblad tevoorschijn. „Kijk, afgelopen maand is officieel afscheid genomen van het gebouw en werden de liturgische voorwerpen De Kandelaar uit gedragen.”