Rechter verwerpt kartelaanklacht FTC tegen Facebook
Een Amerikaanse federale rechter heeft een aanklacht door de Federal Trade Commission (FTC) over machtsmisbruik door Facebook verworpen. Facebook had eerder al gevraagd die antitrustzaak te seponeren vanwege gebrek aan geldig bewijs dat het bedrijf de concurrentie zou onderdrukken.
Facebook werd eind vorig jaar door de FTC en de openbaar aanklagers van 46 Amerikaanse staten gedaagd. Zij beschuldigden Facebook ervan jarenlang potentiële concurrenten te hebben willen uitschakelen, onder meer door ze op te kopen. Behalve het opkopen van bedrijven die zich zouden kunnen ontwikkelen tot concurrenten, deed het bedrijf van topman Mark Zuckerberg dat ook door softwareontwikkelaars voorwaarden op te leggen die het moeilijker maakten om met Facebook zelf te concurreren. Daarnaast ontzegde Facebook ontwikkelaars toegang tot bepaalde informatie, aldus de aanklacht.
Facebook zei eerder al dat de aanklagers geen rekening hielden met onder meer de „realiteit van de dynamische, intens concurrerende hightechindustrie waarin Facebook opereert”. De rechter in Washington zei nu voor een groot deel mee te kunnen gaan in de argumenten van Facebook en dat de aanklacht van de FTC onvoldoende juridisch en feitelijk is onderbouwd.
Het technologiebedrijf liet in een reactie weten blij te zijn met het besluit van de rechter, „waarin de defecten in de aanklachten werden erkend”. Facebook gaf verder aan „elke dag op eerlijke wijze te concurreren om de tijd en aandacht van mensen te verdienen”.
De klagers wilden dat Facebook zou worden gestraft en het machtsmisbruik goedmaakt. Dat zou kunnen door eerdere overnames van bijvoorbeeld WhatsApp en Instagram ongedaan te maken. De FTC heeft de mogelijkheid opnieuw met een aangepaste aanklacht tegen Facebook te komen.
Het nieuws viel goed bij beleggers op Wall Street. Het aandeel Facebook ging meer dan 4 procent omhoog. Daarmee ging de beurswaarde van het socialemediabedrijf voor het eerst door de grens van 1 biljoen dollar.