„Zoek als kerk hoe je van jongeren kunt leren”
Wat bindt jongeren aan de kerk, of waarom haken zij juist af? En welke rol speelt de coronacrisis hierin? Jeugdwerker Rick Schreur: „Jongeren horen er vanaf het begin aan helemaal bij.”
Schreur werkt als jeugdwerkadviseur bij het Hervormd Jeugdwerk en studeert theologie. Samen met Willemien Lemstra onderzocht hij voor jeugdwerkorganisaties binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) de binding van jongeren aan de kerk.
Hoe gingen jullie te werk?
„Onze hoofdvraag was: Waarom is het voor jongeren relevant om zich te binden aan de kerk? We benaderden die vraag op twee manieren. Willemien heeft 21 individuele interviews met jongeren uit de CGK gevoerd en 3 groepsgesprekken. Van deze interviews heeft zij een analyse gemaakt. Zelf onderzocht ik literatuur over dit onderwerp. Ik probeerde onder meer de leefwereld van jongeren te beschrijven, te zien hoe binding ontstaat, en hoe binding speelt bij de kerk als gemeenschap.”
En, waarom is het relevant voor jongeren zich te binden aan de kerk?
„De kerk is allereerst de plek waar jongeren Christus moeten leren kennen, voor hun behoud.
Daarnaast is de kerk als lichaam van Christus een unieke gemeenschap. Terwijl de samenleving in zo veel compartimenten bestaat, biedt de kerk een plek waar iedereen, van welke afkomst dan ook, bij elkaar komt.
De kerk is ook een sociale plek, een plaats van ontmoeting. In de kerk mag je in een veilige sfeer jezelf zijn en jezelf geestelijk ontwikkelen, omdat wie Christus kent, weet wat het is om uit genade te leven en geduldig te zijn met elkaar.”
Wat zijn hindernissen voor jongeren om zich te binden?
„De kerk als een lichaam staat door individualisme onder druk. We vinden het moeilijk om die gemeenschap vorm te geven. Als je iemand uit je kerk tegenkomt in de supermarkt, is het niet vanzelfsprekend dat je een praatje begint.Het lijkt bovendien steeds meer mogelijk om te geloven zonder kerk, jongeren missen de kerk soms niet eens als ze afhaken.
Een andere factor is dat jongeren het gevoel kunnen hebben dat ze niet anders mogen denken, dat er binnen de kerk geen echt gesprek mogelijk is over hun vragen.
Ook de vormgeving van de erediensten kwam veel terug. Kerken hebben een liturgie die heel rijk is, maar als jongeren dat niet meer uitgelegd krijgen, komt hun leefwereld steeds verder af te staan van de kerk.”
Welke invloed heeft de coronacrisis op de binding?
„Een deel van de gesprekken met jongeren vond al plaats voor de crisis. Een van de vragen luidde: „Wat zou je doen als je niet meer naar de kerk kan gaan?” Dachten jongeren daarbij eerst aan vervolging, in de latere gesprekken werden de antwoorden op deze vraag ineens gekleurd door corona.
Wat je in het algemeen ziet: corona bevestigt al bestaande tendensen. Voor iemand die al op het punt stond af te haken, valt nu ook de –positieve– sociale controle vanuit de gemeenschap weg, waardoor dat proces nog sneller gaat.
Ook valt op dat niet meer naar de kerk kunnen gaan invloed heeft op discipline. Door de ”godsdienstoefening” in de kerk leer je regelmaat, ook in je persoonlijke leven; daar kom je nu alleen voor te staan.
Dit is zeker het geval wanneer wat nu in de kerk wegvalt in het gezin niet op een positieve manier wordt gecompenseerd. We zagen in ons onderzoek opnieuw hoe ontzettend belangrijk de rol van ouders in de opvoeding is voor binding aan de kerk.”
Wat bevelen jullie kerken aan?
„Binding staat ten eerste niet los van inhoud. De kerk is de plek waar jongeren geestelijk jaloers gemaakt mogen worden en het Evangelie horen. Ten diepste gaat het er niet om dat zij zich verbonden voelen aan de kerk, maar dat ze verbonden zijn met Christus. Jongeren mogen ons bevragen en aanscherpen; hopelijk mogen wij ze dan eerlijk en kwetsbaar voorleven wat het leven met Christus inhoudt.
Jongeren horen erbij en mogen meedoen. Een van hen zei dat hij het gevoel had pas mee te tellen in de kerk wanneer hij ouder dan dertig was en een kind zou hebben. Jongeren geven aan dat zij binding vooral ervaren wanneer mensen hen zien staan, naar ze vragen, weten wie ze zijn.
Zoek samen hoe we elkaar kunnen gebruiken, hoe we jongeren kunnen inzetten en van hen kunnen leren. In de literatuur las ik de opmerking: Dat zal soms meer kosten dan het oplevert. Daar zit misschien een kern van waarheid in; jongeren kunnen weleens een afspraak vergeten, of een fout maken. Maar juist die samenwerking met hen is verbindend en vormend. Er zou een wisselwerking tussen ouderen en jongeren moeten zijn, want we zijn in de kerk aan elkaar gegeven.”