Dat betoogde advocaat Bénédicte Ficq dinsdag tijdens een voorbereidende zitting in de strafzaak tegen de 36-jarige G. en een aantal medeverdachten bij de rechtbank in Arnhem. G. zou het brein zijn achter de ernstige bedreigingen en aanslagen (onder meer door brandstichting) tegen personeel van het bedrijf. Hij ontkent. Bij De Groot belandde in mei 2019 een partij van 400 kilo cocaïne. Het bedrijf maakte hier melding van bij de politie. Daarop werd ruim een miljoen schadevergoeding geëist en een reeks aanslagen in gang gezet.

Bij de undercoveractie is een 19-jarige verdachte naar eigen zeggen een bestelbus ingetrokken door een groepje potige mannen, bedreigd, vastgebonden en onder druk gezet om te verklaren over G. Het OM beweert volgens Ficq dat de verdachte vrijwillig in het busje is gestapt en dat hij weer kon vertrekken na het beantwoorden van een paar vragen. De mannen in het busje waren undercoveragenten. Eerder werd duidelijk dat justitie de actie noodzakelijk achtte omdat mensen acuut gevaar liepen.

Welk van beide scenario’s waar is, is tot verontwaardiging van Ficq niet meer te achterhalen, omdat er tegen de gebruiken in niets van is opgenomen. De advocaat gelooft niet dat tijdgebrek daarvan de oorzaak is geweest, maar dat dit „willens en wetens” niet is gedaan. De belastende verklaringen van de ‘ontvoerde’ verdachte mogen daarom niet als bewijs worden gebruikt, vindt zij.

De zaak rond het fruitbedrijf heeft al veel stof doen opwaaien. Het OM blunderde door een lijst met adressen van oud-medewerkers in het dossier te stoppen. G. kopieerde de lijst in zijn cel, zegt het OM, en wist deze naar buiten te smokkelen. Justitie „betreurt” deze gang van zaken en de angst die hierdoor is veroorzaakt, maar wijst erop dat G. verantwoordelijk is voor het lekken van de lijst.