Buitenland

VN bezorgd over burgers Fallujah

Louise Arbour, de mensenrechtencommissaris van de Verenigde Naties, maakt zich grote zorgen om de burgerbevolking van de Iraakse stad Fallujah. Alle partijen moeten maatregelen nemen ter bescherming van de burgers in de belaagde stad, heeft Arbour dinsdag gezegd in Genève.

Buitenlandredactie
17 November 2004 10:48Gewijzigd op 14 November 2020 01:53

Schendingen van mensenrechten moeten worden onderzocht en de schuldigen moeten worden berecht, aldus Arbour. Daarbij doet het er niet toe of het om leden van de multinationale strijdmacht of om Iraakse opstandelingen gaat. Arbour hekelde het feit dat de bewoners van Fallujah nauwelijks toegang krijgen tot humanitaire hulp en dat er nauwelijks betrouwbare informatie over het aantal burgerslachtoffers voorhanden is.

Arbour vindt dat de verantwoordelijken vervolgd moeten worden, of het nu om Amerikanen en leden van de multinationale troepenmacht gaat, of om Iraakse regeringsmilitairen of opstandelingen. Zij noemde geen specifieke incidenten.

Een van de meest in het oog lopende humanitaire incidenten in Fallujah van de afgelopen tijd was het beschieten van een gewonde of al dode persoon, afgelopen zaterdag. Beelden daarvan werden begin deze week door de tv openbaar gemaakt.

Een van hen richtte zijn geweer op een van de gewonden en riep dat de man deed alsof hij dood is. Vervolgens wordt een geweerschot gehoord. Een marinier op de achtergrond concludeert: „Wel, nu is hij (…) dood.”

Hoewel de Conventie van Genève strijdende partijen ondubbelzinnig verplicht gewonde tegenstanders humaan te behandelen, kan de Amerikaanse marinier die in Fallujah een gewonde en kennelijk ongewapende Irakees doodschoot, zich eventueel beroepen op zelfverdediging, menen deskundigen internationaal recht.

Het Amerikaanse leger onderzoekt of de marinier uit zelfverdediging heeft gehandeld, het militair recht heeft geschonden of zich niet heeft gehouden aan de regels van gewapend conflict, hebben de militaire autoriteiten in Irak laten weten. Voorlopig is de militair geschorst.

Charles Heyman, een Britse infanterieveteraan en defensieanalist bij Jane’s Consultancy Group, neemt het op voor de marinier die de fatale schoten heeft gelost. Hij zegt dat een infanterist tijdens zijn opleiding krijgt ingehamerd dat een vijand op zijn gevaarlijkst is als hij zwaargewond is. Als hij een vuurwapen of handgranaat heeft zal hij die gebruiken. Als de gewonde ook maar de minste beweging maakt, aldus Heyman, „is het volgens mij gerechtvaardigd om te schieten.”

Het Internationale Rode Kruis (ICRC) zegt dat het aan de Amerikaanse autoriteiten is om te bepalen wat er in dit geval aan de hand is geweest en dat zelfverdediging tot de mogelijkheden behoort. „Algemeen wordt erkend dat mensen in gevechtssituaties in enorme stress verkeren”, zegt woordvoerder Florian Westphal. „Wij waren er natuurlijk niet bij, dus we kunnen niet oordelen over de precieze omstandigheden.”

Dat neemt niet weg, zegt Westphal, dat de Conventie van Genève ondubbelzinnig is: gewonde strijders die buiten gevecht zijn gesteld moeten beschermd worden.

De vraag waar het om lijkt te draaien is of het slachtoffer een gevangene -en dus buiten gevecht gesteld- was toen hij werd doodgeschoten.

Kevin Sites, de verslaggever die de videobeelden in de moskee maakte, berichtte dat daags tevoren een andere eenheid mariniers vanuit dezelfde moskee onder vuur was genomen. Zij bestormden daarop het gebouw, waarbij zij tien Irakezen doodden en vijf verwondden. Na de gewonden te hebben behandeld trokken zij verder de stad in, aldus Sites. Toen zaterdag een andere groep mariniers het gebouw binnenging lagen de vijf gewonden daar nog steeds. Westphal zei uit het verslag niet te kunnen opmaken of de gewonden al dan niet gevangengenomen waren.

De commandant van de mariniers in Irak, John Sattler, heeft gezegd dat de Wet op gewapend conflict door zijn strijdkrachten wordt hooggehouden en dat deze zaak tot op de bodem zal worden uitgezocht om recht te doen aan alle betrokkenen.

De Conventie van Genève opent met de regels over de behandeling van tegenstanders bij gewapende conflicten. „Personen die niet actief deelnemen aan de vijandelijkheden, onder wie leden van strijdkrachten die hun wapens hebben neergelegd en zij die door ziekte, verwondingen, detentie of enige andere oorzaak buiten gevecht zijn gesteld, dienen onder alle omstandigheden humaan te worden behandeld.” Gewonden en zieken moeten volgens de conventie bovendien worden „verzameld en verzorgd.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer