Geloofsgemeenschap
1 Korinthe 10:17
„Want een brood is het, zo zijn wij velen een lichaam, dewijl wij allen eens broods deelachtig zijn.”
Een voorname reden waarom onze avondmaalsvieringen zo weinig goeds uitwerken, is omdat de deelgenoten van de tafel des Heeren zich ten aanzien van hun geestelijke welstand zo weinig aan elkaar gelegen laten liggen. Dit komt omdat zij de geestelijke betrekking die er tussen hen plaatsheeft, en die zij bij hun deelname aan één en hetzelfde brood aan des Heeren tafel openlijk erkennen en betuigen, niet genoeg onderscheiden noch ernstig ter harte nemen. De mensen hebben vlug genoeg enig denkbeeld, dat het avondmaal een deelgenootschap is aan Christus. Maar weinigen overdenken dat het ook een gemeenschap der heiligen onder elkaar insluit en welke plichten er als zodanig uit voortvloeien.
Ik zal daarom deze stof wat nader ontvouwen, om de voordelen van deze plechtige gelegenheden des te meer uit te breiden. Het doel van de apostel in de opgegeven tekst is te tonen dat zij die deelnamen aan afgodische feesten, zich hierdoor verklaarden één lichaam te zijn met de afgodendienaars. Dit wordt door een gelijke redenering bevestigd, door aan te wijzen dat zij die aan des Heeren tafel deelnemen zich één lichaam verklaren te zijn met de heiligen. Hier geeft Hij nu de aard op van het gezelschap der heiligen, voor wie dit bestemd is, te weten dat zij één lichaam zijn, namelijk het lichaam van Christus. Dat zij met Hem verenigd, zeker deel aan Zijn lichaam en bloed hebben.
Thomas Boston, predikant te Ettrick
(”Verhandeling over de gemeenschap der heiligen”, 1775)
Thomas Boston (1676-1732) was een theoloog uit Schotland. Hij diende de gemeenten van Simprin en Ettrick. Zijn bekendste geschrift is ”De viervoudige staat”.