Gasten onder voorwaarden toegelaten tot avondmaal
Christelijke gereformeerde kerkenraden kunnen „gasten” die geen lid zijn van het kerkverband (asielzoekers bijvoorbeeld) voortaan onder bepaalde voorwaarden toelaten tot de viering van het avondmaal.
Daartoe heeft de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) dinsdagmorgen besloten.
Hoe dient er gehandeld te worden wanneer gasten die de diensten in een christelijke gereformeerde kerk -hetzij incidenteel, hetzij voor langere tijd- bijwonen, toegang vragen tot het avondmaal? Tot nu toe gaf de kerkorde hiervoor geen concrete richtlijnen, „en daarom wordt door kerkenraden veelal verschillend met deze kwestie omgegaan”, schrijven deputaten kerkorde en kerkrecht in hun rapport.
Artikel 63 K.O. spreekt slechts over „gastrecht” in het kader van avondmaalsvieringen in zorginstellingen.
De synode besloot dinsdag artikel 63 sub 5 aan te passen. In het vervolg kan een kerkenraad gasten, die geen lid zijn van de CGK, tot een viering van het avondmaal toelaten wanneer zij belijdenis des geloofs hebben afgelegd „en derhalve gerechtigd zijn in de eigen gemeente avondmaal te vieren”, in de eigen gemeente niet onder kerkelijke tucht staan en vooraf bij de kerkenraad de wens te kennen hebben gegeven van het gastrecht gebruik te willen maken.
Commissierapporteur ds. J. Schoonderwoerd stelde voor aan deze laatste zinsnede nog toe te voegen dat „hierbij geldt dat de eigenlijke toetsing en afweging van de situatie waarin en de omstandigheden waaronder een gast om toegang tot het avondmaal vraagt aan de betreffende kerkenraad blijft.” Dit om aan te geven dat kerkenraden tot niets verplicht worden.
Een amendement van ds. A. C. Uitslag om aan het criterium „belijdenis des geloofs hebben afgelegd” de woorden „naar de gereformeerde leer” toe te voegen, werd met tien stemmen voor verworpen. In een toelichting op zijn amendement had de predikant uit Kerkwerve de vrees uitgesproken dat „de tafel nu ook openstaat voor vrijzinnigen en evangelischen.”
De generale synode 2001 had deputaten kerkorde en kerkrecht ook opgedragen zich te bezinnen op de vraag wat te doen als een predikant onbekwaam is om zijn taak uit te oefenen, terwijl schorsing niet aan de orde is. Dinsdag besloot de synode aan artikel 12 van de kerkorde toe te voegen dat de classis het recht heeft om in bijzondere situaties „gehoord het advies van deputaten naar art. 49 K.O. en van deputaten voortijdige ambtsbeëindiging en eventueel na advies van een onafhankelijke instantie (een psychologisch adviesbureau bijvoorbeeld; red.) een predikant dringend te adviseren tot een andere staat des levens over te gaan.”
Daarnaast krijgt de classis de bevoegdheid om een predikant, „indien dat noodzakelijk is gebleken”, uit het ambt te ontheffen.
„Dat is een tot nu toe kerkrechtelijk onbekende term”, hadden deputaten in hun rapport geschreven. „In de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt heeft men onlangs (generale synode 1999) tot deze mogelijkheid besloten; sommige predikanten worden losgemaakt en opnieuw beroepbaar gesteld; anderen worden niet meer beroepbaar gesteld en dienen om te zien naar een werkkring binnen een ander terrein, al of niet samenhangend met de theologie. Uiteraard dienen de kerken, wanneer een dergelijke mogelijkheid zou worden geopend, zeer zorgvuldig daarmee om te gaan. Het zal duidelijk moeten zijn wat de redenen zijn waarom de kerkelijke vergadering meent dat de dienst als predikant beëindigd moet worden.”
Deze maatregel -ontheffing uit het ambt- zal niet genomen worden als de desbetreffende predikant de leeftijd van 62 jaar heeft bereikt. „Dan zal hooguit tot losmaking worden besloten.”
De synode besloot aan artikel 11 van de kerkorde toe te voegen dat wanneer een losgemaakte predikant binnen drie jaar geen beroep heeft ontvangen en aangenomen, de classis dan „gehoord het advies van deputaten art. 49 K.O. alsmede deputaten voortijdige ambtsbeëindiging” het besluit zal nemen titel en bevoegdheden verbonden aan het predikantschap in te trekken. Een uitzondering wordt gemaakt voor predikanten die op het moment van deze beslissing van de classis de leeftijd van 62 jaar hebben bereikt.
Wanneer een gemeente „een broeder van wie titel en bevoegdheden verbonden aan het predikantschap zijn ingetrokken” wenst te beroepen, dient zij een verzoek hiertoe in te dienen bij de classis waaronder de gemeente valt. Het beroep kan worden uitgebracht na goedkeuring van de classis met positief advies van deputaten naar art. 49 K.O.
De synode droeg deputaten kerkorde en kerkrecht verder op de volgende generale synode te dienen met een voorstel hoe kerkenraden dienen te handelen als samenwonenden kerkelijke bevestiging van hun huwelijk aanvragen.