Het gaat om een brief waarin de al-Aqsa Brigades aan Fuad Shobaki, het hoofd van de financiële afdeling van de Palestijnse Autoriteit, om geld vragen voor het vervaardigen van negen bommen per week.

„Ik noem het een terreurfactuur, van hoeveel terrorisme kost”, zei de Israëlische inlichtingenofficier kolonel Miri Eisin.

De Palestijnse woordvoerder Saeb Erekat zei desgevraagd de documenten niet te kennen. Maar hij zei dat de Israëlische premier Ariel Sharon „iedereen vraagt te helpen bij zijn public-relationscampagne en de Israëliërs zijn drukdoende dingen in elkaar te zetten.”

Shobaki werd eerder dit jaar op sterk Israëlisch aandringen door de Palestijnen gearresteerd vanwege zijn aandeel bij een grote wapenzending die door Israël in de Rode Zee werd onderschept. Volgens Israël had Shobaki het wapentransport van Iran naar de Gazastrook helpen organiseren. Shobaki zou zich momenteel in het door Israël belegerde hoofdkwartier van Arafat bevinden.

In het op 17 september 2001 gedateerde stuk stellen de al-Aqsa Brigades dat elektrische onderdelen en chemische bestanddelen voor de productie van bommen hun grootste kostenpost vormen en dat iedere bom ten minste 700 shekel (167 euro) kost. „Wij hebben vijf tot negen bommen per week nodig voor onze cellen in de diverse gebieden”, zo luidt de brief volgens Israël. Tevens vragen de al-Aqsa Brigades per direct 82.000 shekel (19.500 euro) over te maken voor de aanschaf van munitie voor automatische geweren die dagelijks nodig is. In de brief wordt verder verwezen naar de onkosten van rouwdiensten voor omgekomen brigadisten, het drukken van affiches en uitnodigingen en het opzetten van tenten voor rouwenden.

„Deze factuur van terreur is verder bewijs van de beschuldiging die de regering van Israël aan het adres van Yasser Arafat heeft geuit”, zei Dore Gold, een adviseur van premier Sharon.