Internationale gemeenschap komt met noodhulp voor leger Libanon
Twintig donorlanden hebben volgens Frankrijk noodhulp toegezegd aan het leger van Libanon, dat in acute geldnood verkeert. De strijdkrachten van het dichtbevolkte land aan de Middellandse Zee vragen niet om wapens, maar om goederen als levensmiddelen, brandstof, reserveonderdelen en medicijnen.
Libanon verkeert in een zware economische crisis en dat heeft ook gevolgen voor het leger. Dat zag zich vorig jaar al genoodzaakt om militairen uit kostenoverwegingen geen vleesgerechten meer voor te zetten. Doordat de waarde van de Libanese munt is ingestort, zagen militairen hun salaris ondertussen steeds minder waard worden.
„Hoe kan een soldaat een gezin onderhouden met een inkomen dat niet boven de 90 dollar uitkomt?”, zei legerleider Joseph Aoun in een videoboodschap. Hij waarschuwde dat de financiële problemen van zijn land „onvermijdelijk zullen leiden tot het instorten van alle overheidsinstituties, waaronder de strijdkrachten” als niet wordt ingegrepen.
Frankrijk ziet het Libanese leger als „essentieel voor de stabiliteit van het land” en had een donorconferentie georganiseerd. Het Franse ministerie van Defensie trad niet in detail over de hulp die is toegezegd. Meerdere landen sturen al voedsel naar het leger en de Verenigde Staten hebben eerder dit jaar een bedrag van 120 miljoen dollar (ruim 100 miljoen euro) toegezegd.
Libanon kampt behalve met de economische ook met een politieke crisis. Het land zit al tien maanden zonder functionerende regering. Het vorige kabinet stapte op na de verwoestende explosie in de haven van hoofdstad Beiroet. Die leidde tot ongekende verwoestingen in de metropool. Het lukt de ruziënde politici ondanks internationale druk maar niet om een nieuwe regering te vormen.
Het land kan financiële hulp goed gebruiken, maar donorlanden willen eerst hervormingen zien. Daarom wordt de hulp nu rechtstreeks naar het leger gestuurd en niet eerst naar de burgerautoriteiten.