Twentse criminelen martelden om schulden te innen
Vijf mannen en twee vrouwen uit Twente, die zich schuldig zouden hebben gemaakt aan extreem gewelddadige afpersingspraktijken, stonden donderdag voor de rechter. Er rees op deze eerste zittingsdag vooral een beeld op van hoe relatief ‘kleine criminelen’ elkaar wantrouwen, bedriegen, bestelen en, soms om slechts een paar honderd euro, bereid zijn te folteren.
Donderdag werden bij de rechtbank in Almelo drie van hen aan de tand gevoeld, onder wie de twee hoofdverdachten, Dogan D. (32) uit Almelo en Johan D. (54) uit Goor. De zaak kwam vorig jaar april aan het licht toen een slachtoffer zich na een nachtelijke gijzeling in het ziekenhuis had laten behandelen, waarna de politie was gealarmeerd. Het slachtoffer zou naar eigen zeggen door een van de vrouwen zijn meegelokt naar een geheime plek, waar enkele mannen hem hadden overmeesterd om hem naar een bos te brengen. Daar zou hij zijn vastgebonden, geslagen en geschopt, met een mes en een bijl zijn bewerkt en een pistool tegen zijn hoofd gezet hebben gekregen. Hij liep er zwaar oogletsel van op. Ook de vrouw zou aan de mishandeling hebben deelgenomen.
De politie wist later nog drie slachtoffers te achterhalen die ook waren bedreigd en mishandeld. Alle slachtoffers waren ook actief in het criminele circuit.
Over de motieven bleef nog veel onduidelijk. Bij drie slachtoffers zou het om schulden gaan die ze wilden innen, onder meer in verband met de diefstal van een auto ter waarde van 1500 euro van Dogan D. Op het slachtoffer van de gijzeling in het bos zouden ze attent zijn gemaakt door iemand die nog bij hen in het krijt stond. Deze tipgever kon zelf niet betalen, maar wist wel dat het uiteindelijke slachtoffer onlangs flink geld had verdiend met fraude met pinpassen. Daarvoor is hij inmiddels tot drie jaar celstraf veroordeeld.
Maandag worden nog drie medeverdachten gehoord; de zevende verdachte, die beweert zelf slachtoffer te zijn geworden, komt begin september voor.